Maandag 3 november 2008
Onze straat in het compound wordt schoongehouden door twee dames. Ze vegen de straat en de plantenborders stof- , blad- en papiervrij en ledigen de vuilbakken. In feite komt het erop neer dat ze enkel onze vuilbak in ’t oog moeten houden, vermits er niemand anders woont. Toen ik vrijdag buiten kwam, stormde één van de twee op me af met een zak vol Chinese kooltjes. Ze legde me uit hoe ik ze moest klaarmaken. Ik liet haar even wachten en haalde een pak chocolaadjes uit de kast. Kreeg ik me daar een Chinese litanie over mijn kop! Blijkbaar had ik haar zwaar op de tenen getrapt met mijn tegengift die ik even later op de vensterbank terugvond. Sindsdien ligt er om de paar dagen een nieuwe zak voor het raam. Maandag kregen we veldsla en een grasachtige groente. Bie en ik maakten er een lekkere soep van. Ik zal nog maar even wachten met een tweede poging chocola.

Groenten van de kuisploeg
Het weer in Nanjing is als een kindergezicht. Zeker de voorbije week. We gingen van topje over t-shirt naar dikke trui en regenscherm. Dinsdagavond was de stad bedolven onder een dikke, verbrand stinkende mistlaag. Zelfs in de verbindingsgangen onder de grond was het wazig en prikte de lucht in je ogen en keel. Daar gingen weer een paar dagen van onze levenstijd. De volgende morgen was de grootste rottigheid eruit geregend.
Het bezoekersprogramma kabbelde rustig voort: de vers-, vogeltjes- en plantenmarkt, de kleine steegjes en de Suguo voor het gewone leven; Fuzimiao, de Jimingtempel en het Massacre Museum voor de kultuur en daarbij nog de fabriek. Voet- en lichaamsmassage mochten ook niet mankeren. Met vier op een rij kon je ons om de beurt horen kreunen, en zeker niet van genot. Bie’s rug was dagen later nog steeds ‘pas toucher’.

Op de versmarkt kochten we een zak oesterzwammen voor een appel en een ei

Vlees kopen... toch maar liever in de supermarkt

Dirk wou weten wat zo'n vogeltje waard was. Toen ik een man naar de prijs van zijn troeteltje vroeg, versteef hij bij het gedacht alleen: we zaten op een tentoonstelling of wedstrijd!

Op de vogelmarkt vergaten we te vragen naar de prijs...

Overal staan toestellen om de ouderen fit te houden

Vier lijdenden op een rij

Aperitief ten huize Smits-Wagemans Nanjing
Donderdag trok ik met Dirk en Bie naar Shanghai. Dirk is niet gemaakt om in China te wonen. Luid en duidelijk bracht hij zijn opvoedingsprogramma aan de Chinezen over, maar zonder zichtbaar succes. We liepen het gewone circuit van People’s Square, over Nanjing Road en de Bund naar de oude stad, een vluggertje door Yuyuan Garden en afbieden bij de verkoopstalletjes. Mijn pijp was al geruime tijd uit met een rauwe, raspende keel en een hoofd vol watten, maar in de druilerige regen en op het spitsuur was geen vrije taxi te vinden. We hadden geen andere keuze dan te voet naar de dichtstbijzijnde metro te gaan. De kortste weg was door de kleine steegjes. Het was de eerste keer dat ik er in het donker liep. Het was interessant maar voelde gluurderig aan, nu je in de huisjes kon binnenkijken en de armoedige inrichting kon zien. Tijdens de laatste metrorit ging ik letterlijk door de knieën: het was dat of languit op de vloer. Terug in het hotel was het de objectieve termometer die besliste dat ik met 39° tussen de lakens kon kruipen en de rest van de wereld aan me voorbij mocht laten gaan. In mijn zo mooie planning had ik geen rekening gehouden met de oplaadtijd van de accu’s...
Jan kwam aan met de late trein en nam de honneurs over. Vrijdag bezochten ze het Shanghai Museum, het Museum of Modern Art en Xintiandi. Tegen de avond was ik voldoende opgeknapt en opgepept om mee te aperitieven in de Jin Mao Tower (420,5 m). Daar zat gevoelig minder volk in de Cloud 9 sinds het Shanghai World Financial Center, de gebuur van 492 m hoogte, zijn observatieverdiep voor het publiek heeft geopend. Met Spaanse tapas en zicht op de Bund was het weer afscheidtijd. Het waren dagen om zoveel mogelijk indrukken door te geven, gezellig bij te praten thuis, samen te bbq-en in het donker met zwart vlees als resultaat, oude koeien uit de sloot te halen en er nieuwe bij te voegen en vooral om te treuren en te juichen bij elke schommeling van de minutieus gevolgde beurskoersen.

Het Shanghai World Financial Center gezien vanuit de Cloud 9 in de Jin Mao tower

Tijd om afscheid te nemen

Groenten van de kuisploeg
Het weer in Nanjing is als een kindergezicht. Zeker de voorbije week. We gingen van topje over t-shirt naar dikke trui en regenscherm. Dinsdagavond was de stad bedolven onder een dikke, verbrand stinkende mistlaag. Zelfs in de verbindingsgangen onder de grond was het wazig en prikte de lucht in je ogen en keel. Daar gingen weer een paar dagen van onze levenstijd. De volgende morgen was de grootste rottigheid eruit geregend.
Het bezoekersprogramma kabbelde rustig voort: de vers-, vogeltjes- en plantenmarkt, de kleine steegjes en de Suguo voor het gewone leven; Fuzimiao, de Jimingtempel en het Massacre Museum voor de kultuur en daarbij nog de fabriek. Voet- en lichaamsmassage mochten ook niet mankeren. Met vier op een rij kon je ons om de beurt horen kreunen, en zeker niet van genot. Bie’s rug was dagen later nog steeds ‘pas toucher’.

Op de versmarkt kochten we een zak oesterzwammen voor een appel en een ei

Vlees kopen... toch maar liever in de supermarkt

Dirk wou weten wat zo'n vogeltje waard was. Toen ik een man naar de prijs van zijn troeteltje vroeg, versteef hij bij het gedacht alleen: we zaten op een tentoonstelling of wedstrijd!

Op de vogelmarkt vergaten we te vragen naar de prijs...

Overal staan toestellen om de ouderen fit te houden

Vier lijdenden op een rij

Aperitief ten huize Smits-Wagemans Nanjing
Donderdag trok ik met Dirk en Bie naar Shanghai. Dirk is niet gemaakt om in China te wonen. Luid en duidelijk bracht hij zijn opvoedingsprogramma aan de Chinezen over, maar zonder zichtbaar succes. We liepen het gewone circuit van People’s Square, over Nanjing Road en de Bund naar de oude stad, een vluggertje door Yuyuan Garden en afbieden bij de verkoopstalletjes. Mijn pijp was al geruime tijd uit met een rauwe, raspende keel en een hoofd vol watten, maar in de druilerige regen en op het spitsuur was geen vrije taxi te vinden. We hadden geen andere keuze dan te voet naar de dichtstbijzijnde metro te gaan. De kortste weg was door de kleine steegjes. Het was de eerste keer dat ik er in het donker liep. Het was interessant maar voelde gluurderig aan, nu je in de huisjes kon binnenkijken en de armoedige inrichting kon zien. Tijdens de laatste metrorit ging ik letterlijk door de knieën: het was dat of languit op de vloer. Terug in het hotel was het de objectieve termometer die besliste dat ik met 39° tussen de lakens kon kruipen en de rest van de wereld aan me voorbij mocht laten gaan. In mijn zo mooie planning had ik geen rekening gehouden met de oplaadtijd van de accu’s...
Jan kwam aan met de late trein en nam de honneurs over. Vrijdag bezochten ze het Shanghai Museum, het Museum of Modern Art en Xintiandi. Tegen de avond was ik voldoende opgeknapt en opgepept om mee te aperitieven in de Jin Mao Tower (420,5 m). Daar zat gevoelig minder volk in de Cloud 9 sinds het Shanghai World Financial Center, de gebuur van 492 m hoogte, zijn observatieverdiep voor het publiek heeft geopend. Met Spaanse tapas en zicht op de Bund was het weer afscheidtijd. Het waren dagen om zoveel mogelijk indrukken door te geven, gezellig bij te praten thuis, samen te bbq-en in het donker met zwart vlees als resultaat, oude koeien uit de sloot te halen en er nieuwe bij te voegen en vooral om te treuren en te juichen bij elke schommeling van de minutieus gevolgde beurskoersen.

Het Shanghai World Financial Center gezien vanuit de Cloud 9 in de Jin Mao tower

Tijd om afscheid te nemen


0 Comments:
Post a Comment
<< Home