Wednesday, September 17, 2008

Maandag 15 september 2008

Donderdag zette ik Wil en Suzanne op weg naar Suzhou en was de rest van de dag gevuld met was, strijk en inpak. Vrijdag stond de steeds uitgestelde Tokyo-reis geprogrammeerd. Jan had er afspraken, maar we namen er als voorproevertje een lang weekend Kyoto bij. In de aankomsthal van Osaka stonden we even onwennig te kijken naar het mooie design, de cleanheid, maar bovenal de ongelooflijke rust die alles uitstraalde. Die eerste indruk was het visitekaartje voor de rest van de trip. Het leger van kuispersoneel in China is nodig om het constant gedropte afval binnen aanvaardbare perken te houden. En dat lukt ze ook wel. Het verschil hier is dat gewoonweg niemand ook maar iets weggooit.
Van de aankomsthal naar het station, van de ticketbalie tot in de trein doe je dankzij de efficiënte bewegwijzering in vijf minuten. De rit bracht ons langs lage losstaande woningen waarbij eventuele ruimte tussenin –waar bij ons een gazonnetje zou prijken- in beslag werd genomen door een rijsttuin of een visvijver. De bebouwde gebieden werden herhaaldelijk doormidden gesneden door brede waterwegen. Dichter bij Kyoto werd het landschap lieflijker. Aan de horizon doken groene heuvels op en de huizen zagen er authentieker en rijker uit.


De stad is omgeven door heuvels en groen waarin de herfst al merkbaar was

We wisten niet precies hoe we de afstand van het station tot ons hotel moesten inschatten en doken voor alle zekerheid een taxi in. Nog zo’n verrassing in positieve zin. Waar je in Nanjing in een afgeleefde bak terecht komt met doorgezakte vering en je kleren na vijf minuten plakken door de natte zetelbedekking van het zweet van de vorige passagier, lijken die van Kyoto wel vanuit een desinfectiebad te komen. De bekleding hagelwit, het koetswerk glimmend ondanks de hoge leeftijd. Dat hadden de auto’s gemeenschappelijk met de bestuurders. Taxichauffeur is een beroep voor heren beantwoordend aan volgend profiel: van respectabele leeftijd, gekleed in pak en das, liefst met stijve pet en witte handschoenen en bovenal gemeend vriendelijk en dolgelukkig als ze de bestemming gevonden hebben in de nochtans heel overzichtelijke kleine stad. Jan en ik zouden moeten afkicken als we hier achter het stuur zaten. Iedereen stopt voor het rode licht, blijft netjes in zijn vak, geeft geduldig voorrang, houdt afstand tussen de bumpers en daarbij hoor je geen toet!

Ik had een kamer in een ryokan geboekt. Dat is een hotel waar de Japanse gebruiken gevolgd worden. We maakten er meteen kennis met de maniakale zin voor netheid. Waar bij de inkom de stenen in houten vloer overgingen, werden we geacht onze schoenen in te ruilen voor de gereedstaande pantoffels. De schoenen verdwenen in de daarvoor voorziene rekken achter de receptie.


De ingang van onze ryokan


Op schoenen kom je niet binnen

In onze kamer moesten die pantoffels achterblijven aan het opstapje naar de tatamimatten. Als je daar bent aangekomen, hoor je op blote voeten en in de klaarliggende kimono te relaxen. Zittend wel te verstaan, want van een bed is geen sprake. Een lage tafel en twee pootloze stoelen vormen het enige kamergarnituur. De eerste ogenblikken is dat wel wennen als je gewoon bent op je bed neer te ploffen. Keurig rechtop een boek lezen is niet direct ons idee van uitrusten...


We probeerden alle regels te volgen

Het sanitair gedeelte leek op dat van een mobilhome: een geel plastieken badcabine. In de dito toiletcel stap je noch met je pantoffels, noch op blote voeten binnen. Er staan nog maar eens andere sloefjes klaar die enkel daar mogen gedragen worden. Wat een circus! We moesten bij elk op- en afstapje telkens een tijdje nadenken wat er uit en aan moest en geregeld stonden we toch met het verkeerde schoeisel op de verkeerde plaats. Op het tafeltje stonden alle attributen voor een theeceremonie klaar. Ik was het kamermeisje te vlug af toen ze een demonstratie wou geven. De thee geurde al in onze kommetjes.

Het primitieve sanitair op de kamer werd goedgemaakt door de baadruimtes op de kelderetage. Zoals op de kamer hing ook daar een gebruiksaanwijzing voor leken zoals wij. Nadat je je kimono en handdoek (en fotoapparaat) in een mand in het rek hebt opgeborgen, ga je de waskamer binnen. Aan de muur hangen spiegels en handsproeiers op dwerghoogte. Je wassen mag absoluut niet rechtstaande. Je neemt een plastieken krukje en een teiltje. Inzepen en afspoelen doe je al zittend. Als je geen gevaar meer bent voor de hygiëne van de andere gebruikers, gooi je een paar teiltjes gloeiend water uit het bad over je en laat je er dan puffend inglijden. Ons bad was drie op drie. Het is de bedoeling dat je tijdens het baden bijpraat met de andere gasten. Vermits ik alleen zat in de vrouwenafdeling, bleef het bij denken. Zowel Jan als ik vonden het goed voor één keer, maar prefereren een snelle douche boven dat loom- en misselijkmakende hete bad. Laatste item van de manual was dat je de stop niet mocht uittrekken na het baden!


Het vrouwenbad


Ook in het toilet van de baadruimte stonden speciale instappers klaar

Terug op de kamer waren tafel en stoelen aan de kant geschoven en lagen de futons uitgerold. Het lag hard, maar dat geldt ook voor de Chinese matrassen. Rechtkomen ’s morgens vergde dan weer wat meer tijd en ging via het kruipstadium.


's Avonds werden de futons uitgerold

Je ziet zo dat de bevolking teveel tijd gehurkt of op hun knieën doorbrengt. Negentig procent is rijp voor orthopedie. Niet zozeer O- en X- benen zoals in China, maar assymmetrisch inwaarts gekantelde voeten. Ik versta niet dat ze er niet over struikelen. Je voelt de pijn in je gewrichten als je ze ziet lopen. Zet zo’n been op een sleffend hakschoentje en je kan zo het plaatje maken hoe het er binnen een paar jaar uitziet.

De verdere middag brachten we door met winkelen. Mijn adrenalinepeil was de hoogte ingeschoten bij het zien van zovele etalages met koopbare waren. Een verademing na het rondlopen langs de winkels in Nanjing. Het enige dat mijn koopwoede binnen de perken hield, was de afschuwelijk mooie prijs.


Overdekte winkelgalerijen

Er liepen best heel wat mensen rond, maar ook dat had iets gestructureerd en ordelijk. En dan de hoffelijkheid. Ze buigen als je binnenkomt, als je buitengaat, als ze je iets aanreiken. Toppunt was de politieagent die een diepe buiging maakte alvorens hij een auto liet halt houden.
De kleding was ook een hoofdstuk apart. Kwam een klassieke dame voorbij, dan was ze veelal gekleed in de traditionele kimono en met de houten bloksandalen aan de witgekouste voeten. Zo elegant als die voorbijschoven, zo grotesk was het met de jeugd gesteld. Bij 30 graden komt die niet buiten zonder skimuts, zo’n dik gebreide met een grote pompon en laarzen. Omgekeerd schaap, kaplaarzen of zelfs gummilaarzen. Om mooi te zijn moet je lijden! Zwart haar hebben is eveneens uit de tijd. Je ziet ze in alle tinten bruin en rood. Blond vereist waarschijnlijk een te ingrijpende behandeling. Oud en jong zijn gek op hoedjes en petten; modieuze, stijlvolle, sportieve of stupide.


Dames in kimono: nog helemaal in

Na een halve dag was mijn koophonger gestild en konden we aan de verkenning van de stad en haar kultuur beginnen. Een gezellige stad omgeven door groene heuvels. Voornamelijk laagbouw. Het centrale gedeelte is één grote winkelgalerij, voor een groot deel overdekt. In heel die zone geldt rookverbod, binnen en buiten. Het raster van smalle enkelrichtingstraten met typische houten huizen wordt in blokken verdeeld door grote avenues met warenhuizen en kantoren. Voor bijna elke deur staat een rode emmer gevuld met water klaar voor eventuele kleine brandhaarden te blussen. Langs de straten staan geen wagens geparkeerd. Ieder heeft zijn eigen parkeerplekje, onder andere in parkeertorens waar de auto met een lift in het juiste vakje worden gedeponeerd. De tweewielers stapelen ze ook boveneen. Voor de bromfietsenparking was het aanschuiven tot er een plaatsje vrijkwam.


Handig gestapelde fietsen


Wachten tot er een plaatsje vrijkomt

Wij deden vrijwel alles te voet. De verdergelegen plaatsen waren gemakkelijk te bereiken met metro of trein. We bezochten onder andere Nijo Castle, het Imperial Palace –dat enkel op afspraak die we niet hadden kan bezocht worden-, het Museum of Modern Art, de botanische tuin, het nieuwe concertgebouw en verschillende tempels, schrijnen en pagodes. Tientallen keren moesten we daarvoor uit de schoenen, met als gevolg dat één van Jans veters doormidden ging. Je raadt nooit uit welke wereldstad de veters die we kochten kwamen: uit Erembodegem!!


Het treintje was een attractie op zich


Schrijnen


Vijvers


Het concertgebouw

Elke bezienswaardigheid was de moeite meer dan waard. De soberheid en strakheid spraken ons telkens erg aan. De avonden sleepten we ons naar Gion, een wijk vol restaurantjes, om de verkenning van het culinaire luik voort te zetten. Enkel de avondopvoering van typische Japanse gebruiken zoals de theeceremonie, het poppentheater, het bloemschikken,... was een toeristenval en zijn tijd en geld niet waard.


Alles is fijn en sober


Een tuin van grint en rotsen: soms vergt het een andere kijk om de schoonheid te zien


Enkel de op stomme toeristen gerichte opvoering was zijn tijd en geld niet waard

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Web Site Counter
Free Counter