Thursday, June 19, 2008

Donderdag 19 juni 2008

Het regenseizoen is begonnen. Dagen achtereen nattigheid: dat doet aan België denken. Ik speur elke dag het plafond en de muren af op zoek naar aquarellen en muurbloemen, want vertrouwen doe ik de reparaties voor geen cent. Intussen zijn de verantwoordelijken van het compound nog maar eens rond de tafel komen zitten. Ze gaven me in alles gelijk en beloven alles in orde te brengen. De vraag is enkel wanneer. Toen ik vroeg waarom in heel China een forse straal uit de kraan komt en wij het met een miezertje moeten doen, zeiden ze dat het te duur was om voor ons alleen de druk op te voeren. Kunnen wij er iets aan doen dat de rest een huis koopt als speculatie en niet om in te wonen! Zo kunnen we nog jaren op water wachten! Dat snapten ze gelukkig ook. Vanmorgen was de waterdruk al merkelijk hoger. Ze beloofden ook échte vakmannen te sturen met fatsoenlijk gereedschap. Ik ben benieuwd.
Ons huisdier wordt lastig. Naast zoet fruit en chocolade, vertoont hij nu ook interesse voor wijn. Als hij voortdoet met aan de kurken te knabbelen, gaat hij vandaag of morgen toch eens met een geplette schedel in de val zitten! Het kwam vanmorgen ook uit dat ik Jan de voorbije week verkeerdelijk verdacht van het opeten van oude snoepjes. Op het aanrecht staat een 15 cm hoog potje met snoepjes die niet lekker genoeg zijn om op te eten maar nog niet in de vuilbak geraakt zijn. Het verwonderde me al dat Jan die vuiligheid verkoos boven de goed gevulde chocoladekast. Vandaag is het laatste exemplaar verdwenen. Van de papiertjes geen spoor. Kan je zo’n snugger dier de kop inslaan??
Andere beestjes die in dit seizoen blijkbaar welig tieren buiten de stad zijn dunne rupsen. Ze kruipen overal op en tussen met een voorkeur voor wat vochtig is. Ik neem tegenwoordig heel voorzichtig het puntje van de schotelvod op voor ik er in knijp, want het platduwen van die glibberds is geen aangenaam gevoel.


Een rups is een lief beest. Honderden zijn vies en vervelend.

Bij de rit naar de badminton en het spelen zelf was het uitkijken voor slipgevaar. Het regende zo hard dat de riolen buiten het water niet konden slikken en binnen, daar was natuurlijk ook niets waterdicht. Garcia koos juist die schuifdag om me van links naar rechts de uithoeken van het terrein te laten zien. Iedere week neemt hij een ander zwak punt onder handen. Ik kreeg al vaak te horen dat ik te traag –en te lui- was. Ik ben wel 20 jaar ouder dan de rest en in die hitte probeer ik economisch te spelen. Achteraf geeft dat afzien wel voldoening.
Gisteravond waren we uitgenodigd bij Malcholm en Petrina, onze vroegere buren uit het hotel, om hun dochter en hun nieuwe verblijfplaats te bewonderen. Ze zijn verhuisd naar de Fraser Suites naast het Olympisch stadium aan de oostkant van de stad. De splinternieuwe appartementen en suites met hotelservice zijn de meest prestigieuze van de stad. Eerst en vooral was er Adrianna. Voor een drie maanden oude baby was ze –om het lief te zeggen- erg mollig, maar met haar haar dat van nature uit recht omhoog stak, ook heel schattig. Rustig praten en eten is er met een baby niet meer bij. Een half uurtje heeft ze zich voorbeeldig gehouden en dan hebben we haar en Petrina niet meer gezien. De suite is een grote verbetering ten opzichte van de Crowne Plaza. Grote, moderne kamers en vooral veel meer licht. We kregen van Malcolm een rondleiding langs de facilities: de relaxkamer met massagezetels, de bibliotheek met een open haard en recente tijdschriften en dagbladen, de computerkamer, de spelruimte met biljart, pooltafel en computerspelen, het restaurant en de bar. Alles modern en stijlvol ingericht en volledig leeg. De bezettingsgraad van de suites haalt nog geen veertig procent. Vandaar ging het door de tuin naar het clubhuis. De tuinarchitect heeft zijn best gedaan met gezellige hoekjes in zon of schaduw, alles in hout en aluminium, plantenbakken en waterpartijen en zowaar een lange barbecuetafel en spoelbakken ter beschikking van de bewoners. We botsten op de general manager en die nam de honneurs van Malcolm over. De Griekse stijl van het clubhuis ligt me niet erg, maar het bevat alles wat je maar zou kunnen nodig hebben om je lichaam op peil te houden. Het zwembad nodigt uit om baantjes te trekken, een perfect geëquipeerde fitnesszaal, badmintonvelden, een dans-, een yoga- en een filmzaal, een polyvalente ruimte voor kinderparties, een feestzaal, een café en ... een golfsimulator. Ik had de eer een par 4 te mogen uitproberen. Goed voor een boogie, dus dat viel mee. Wegggaan uit ons huis doen we niet, maar een abonnement op de club zien we wel zitten!
En nu is het weer inpakken en even west wezen voor een portie Belgische lucht en de levensnoodzakelijke dosis familie en vrienden.



Hoe uit de tengere Petrina en de graatmagere Malcolm zo’n uit de kluiten gewassen Adrianne kan komen, is een wonder der natuur...of een product van de Mc Donalds.


En ze heeft ongelooflijk zacht punkhaar!

Monday, June 16, 2008

Maandag 16 juni 2008

Terug uit Beijing had ik het rijk voor mij alleen. Jan zat nog een paar dagen in Hongkong en onze enige buren gaven niet thuis. Hoewel... ik had het gezelschap van ons huisdier. Ik had al eens wat knaagsel aan een appel gezien, maar was niet helemaal zeker dat dat er niet van bij de aankoop aanzat. Toen ik ‘s ochtends van de trap kwam, lag een half opgepeuzelde mango onder de laatste trede verstopt. De volgende dagen probeerde ik verschillende combinaties in de fruitmand uit op ‘resistentie’. Sinaasappel, banaan, meloen en druiven staan niet op zijn voorkeurkaart. Al het zacht fruit is voortaan naar de koelkast verbannen. Vanmorgen had ik onverwacht opnieuw prijs: het pak mignonettes van Côte d’Or dat klaarlag voor Helen, was opengeknabbeld. Door plastiek, karton en zilverpapier heen weet ik nu dat zijn voorkeur melkchocolade is. Ik ga er nog steeds vanuit dat het een restaurantklant en geen hotelgast is en dat het een lief, grijs muisje is en geen dikke vette rat. Toch maar werk maken van strips voor de spleten onder de voordeur en opzij van de garagepoort, want dat zijn vrije ingangen voor alle ongedierte.


Ons huisdier prefereert melkchocolade

Een ander karweitje stond hoger op de lijst. Om vijf uur is het licht en, gewoon aan rolluiken thuis, ben ik dan klaar wakker. Dat heeft als gevolg dat ’s avonds mijn pijp al om negen uur uit is. Volledig oncompatibel met Jans leefuren. In een poging terug aansluiting te krijgen, trok ik naar de stoffenmarkt om verduisteringsmateriaal te zoeken. Als je denkt dat het een moeilijke zoektocht wordt, kan het meevallen! Ik had de verkoopster nog maar uitgelegd dat het te licht was als ik wou slapen, of ze haalde een rol dunne, metaalachtige stof te voorschijn. Ideaal om aan de achterkant van de rieten rolgordijnen te naaien. Een langslaper zal ik nooit worden, maar het geeft het gewenste resultaat.


Nog een ander karweitje: afgeschuurde en gesapte balkjes liggen te drogen vooraleer ze terug op het afdak mogen.

Vorige week zaten we afgesloten van internet. De modem kon de stroomstoten niet aan die de werkmannen veroorzaakten in een poging de electriciteitskabel onder de grond te steken. Die lag al maanden als garnituur vanuit de electriciteitskast, over de oprit, voor de garagepoort tot aan de andere kant van het huis. Ma, de computerman, heeft de levenslijn terug hersteld. De oprit ligt nog altijd open.
De NIC organiseert elke maand een wandeling door Nanjing. Annemie, een Vlaamse, leidt deze activiteit. Vermits de China-tijd van Annemie en Luc er in augustus opzit, was dit haar laatste wandeling. Ik heb in onze hotelperiode heel de stad grondig verkend, maar wou dit afscheid van Annemie toch meedoen. Veel andere dames hadden hetzelfde idee. Donderdagochtend stonden we met z’n veertigen klaar aan de bibliotheek. Ik dampte al voor we een stap gezet hadden. Op de autostrade veroorzaakte een onnozele botsing een lange file, zodat ik de auto in de ondergrondse garage moest afsmijten en hollen om op tijd te zijn. De andere deelneemsters werden door hun chauffeurs voor de deur afgezet, een luxe die ik met plezier inruil voor de vrijheid van te gaan en staan waar en wanneer ik wil.
Annemie ging zoals een gids betaamd met de vlag, in dit geval een draaiende zonnenbloem, voorop. De twee uren schoven zo voorbij pratend met Cynthia, een zestigjarige Amerikaanse die voor 24 uur of 12 maanden –hing van het werk van haar man af- in Nanjing was. Het eindpunt was een Mexicaans restaurant waar na anderhalf uur iedereen zijn hapje en drankje gekregen had. De Duitsers waren in de meerderheid, gevolgd door de Nederlanders. Het vorige weekend waren we gaan golf spelen met Erik en Emilie, Robert en Elisabeth, naast Paul en Mien, onze vaste partners. De eersten zijn Nederlanders die op het eind van deze maand naar Chengdu verkassen, na twee jaar Nanjing. Met twee schoolgaande kinderen is dat een hele organisatie. Robert en Elisabeth komen uit Zwitserland en hebben geen thuiswonende kinderen meer.


Stadswandeling: volg de bloem.

In het laatste weekend voor onze overkomst naar België wilden we nog een stukje van China verkennen. De eerste keuze, naar Luoyang, kon niet doorgaan vermits de slaaptrein volzet was toen ik die twee dagen op voorhand wou vastleggen. Dan maar het vliegtuig op naar Xian dachten we. Als je ’s morgens wil boeken voor de namiddagvlucht, gaat ook die vlieger niet op. Gelukkig hebben we onze Haima nog. In de reisboeken staat de Huangshan, de gele berg, beschreven als één van de mooiste van China. 350 km is best te doen en er was nog een kamer vrij in het hotel boven op de berg, zodat we ’s morgens op de juiste plaats zouden zijn om de onvergetelijke zonsopgang te bewonderen. Toen ik nog wat reisverslagen op internet doornam, viel mijn frank dat dat hotel enkel te voet te bereiken was, weliswaar na eerst met een kabelbaan de berg op te gaan. Jan ruilde nog gauw zijn computertas voor Helens rugzakje en het avontuur kon beginnen. Toen we opstonden regende het en dat is het het hele weekend blijven doen. Om ook wat van de stadjes te zien, waren we voor Wuhu van de expressweg gereden. Deze keuze was goed voor lange files en een lelijkere stad zijn we nog nooit gepasseerd. Ons leven is zeker met enkele dagen ingekort, want de lucht rook, smaakte en voelde rot. Van zodra we konden hebben we de autostrade terug opgezocht. Daar rij je tussen de velden ipv langs fabrieken en vuile gebouwen. Van Nanjing over Maanshan, Wuhu en Tongling naar de ingang van het reservaat van Huangshan deden we op vier en een half uur. De laatste 100 km moesten we de splinternieuwe autoweg enkel delen met de straatvegers die ijverig wegborstelden wat er niet lag. Elke 20 kilometer lag een megagroot benzinestation te wachten tot er klanten zouden zijn. Heel wat anders dan diegene die we passeerden aan de rand van Nanjing. Daar was weer heel de buurt verspert door de aanschuivende vrachtwagens. De levering van diesel zat weer eens vast.
Eenmaal door de poort van het park, moesten we een alpenweggetje omhoog tot aan de kabellift. Op de parking lieten we ons ros achter en laadden het minimum in Helens rugzakje voor een primitieve tweedaagse in de gietende regen. Het oneindig mooie uitzicht vanuit de kabelkabine reikte niet verder dan de aangedampte en bedruppelde ruit.


In de kabellift. Dat zag er niet goed uit.

Boven gekomen zaten we in de wolken met een zichtbaarheid van maximum tien meter. Voor de bewegwijzering hadden ze beroep gedaan op een kunstenaar: prachtige kaartjes maar totaal nutteloos als je de weg zoekt. En als je dan de weg vraagt aan het kuispersoneel, dan wijzen die je natuurlijk terug naar de kabelbaan, omdat in hun gedacht iedereen daar naartoe moet. Met wat ommetjes kwamen we aan ons viersterrenhotel uit. Hoe hoger je zit, hoe minder stralend die sterren zijn. Op 1600 meter hoogte kwamen ze overeen met een houten hokje in een annex, zonder kast of stoel maar met een goede douche. Toen ik me op bed plofte kreeg ik oogcontact met een grote dikbuikige spin die ook net mijn bed gekozen had voor een napje. Jan is de beestige van ons tweeën en zorgde dat ik de volle 80 cm weer voor mij alleen had.


Viersterrenhotel op de Huang Shan


De spin Se Ba Jiang: het is niet goed met hem gegaan!

Na een middagdutje –sommigen onder ons waren er al van vijf uur uit- besloten we een parcours af te stappen langs de uitzichtpunten. De Huangshan is bekend voor zijn ceders, rotsen, warmwaterbronnen, flora en fauna. De bomen zijn grillig van vorm, als gevolg van de arme bodem en de klimatologische omstandigheden. Zelfs in de dichte mist, vonden we enkele van de meest bizarre terug. Met de rotsen was het anders gesteld. We konden op de borden aflezen welke grillen van de natuur er wel achter dat dichte, witte gordijn zaten, maar zien deden we niets. Water was er overal, vooral in onze schoenen en door alle trappen die we op en afmoesten, voelde dat absoluut warm aan. De planten en bloemen waren ontzeglijk mooi en gevarieerd. Met spinnenwebben vol glinsterende parels erin. Ze maakten het gebrek aan uitzicht zeker voor een deel goed. Er hupte nog een eekhoorntje met ons mee en dat geeft direct een gelukkig gevoel. We wisten nooit echt of we wel op de juiste plaats liepen en de gedachte aan eenzaam in de pikkedonker verder te moeten, lokte niet echt aan. Het gekwebbel van de Chinese toeristen was al lang stilgevallen. Met een comfortabel half uur over kwamen we kleddernat in onze luxehut aan.


Ceders groeien op de onmogelijkste plaatsen en in alle richtingen.


Tien meter was voldoende om de bloemenpracht te kunnen bewonderen.


Verliefde koppeltjes hangen sloten als teken van hun trouw.

Om vijf uur werden we gewekt door het gerochel en gespuw van onze Chinese buren. We hoorden de regen op het dak tikken. Geen zonsopgang dus! Met al dat lawaai rond ons, zat slapen er toch niet meer in en om zes uur was onze tandenborstel ingepakt en gingen we op pad. De regen was even gestopt en we hadden zowaar de kans twee kiekjes te schieten van de bergen voor ons, vooraleer het wolkengordijn weer toetrok. We hadden toch al een zichtbaarheid van meer dan twintig meter, een grote vooruitgang met de dag ervoor. Zo zie je wat er achter de eerste rij bomen staat. ‘Wilde’ natuur is er niet te vinden. Alle paadjes zijn keurig geplaveid, zelfs de stroompjes zijn ommuurd en de ‘natuurlijke meertjes’ zitten bij nader bekijks in echte betonnen rotsen! De metalen afransteringen hebben een jasje met houtmotief en om de twintig meter prijkt een vuurrode haspel tussen de bomen.... Alles is tot in het kleinste detail in de hand gehouden en clean, behalve wanneer een horde Chinese toeristen voor je was en de kuisploeg nog niet. Overal, behalve in de vuilbakken, vindt je wat Chinezen zoal wegdoen: lege flesjes, natgeregende kaarten, plastic zakken, hoesjes van worstjes, gebruikt toiletpapier,...


De wolken gingen even uiteen.


En dan kregen we een vaag idee van wat we hadden moeten zien.



Wij moesten enkel onszelf de trappen ophijsen. Zij droegen twee zakken cement!


Op een nachtje tijd verbond een spin ons met de buurauto.

Toen we doorhadden dat het uitzicht er ook vandaag niet bij was, zijn we maar terug naar de kabelbaan geklommen en om acht uur waren we op terugweg naar Nanjing. Nog altijd in de regen, maar deze keer op vier uur tijd, stonden we voor de deur.
Met een stijve rug van de autorit en stijve kuiten en billen van al dat trapgeloop, waren we in de mood voor een massage. Jan had een salon gezien in de straat van de suguo, dicht in onze buurt. We waren er de attractie van de dag. De masseur droop van het zweet bij het zetten van al zijn kracht om Jans slechte rug weer in vorm te krijgen. Jan zweette al even hard om het gebeuk van knokels en ellebogen te doorstaan. We moesten nog even met de eigenares op de foto. Vanaf nu worden we daar vaste klant: dichtbij, parkeerplaats voor de deur, een stevige aanpak en voor de helft van de prijs van in de stad!

Friday, June 06, 2008

Woensdag 4 juni

Op de luchthaven van Beijing namen we afscheid van Jan die voorttrok naar Dusseldorf. Greta en ik stonden om half twee 's nachts in te checken in ons hotel, om te horen dat de bestelde niet-rokerskamer niet beschikbaar was. Na elf maanden hotelgast te zijn,weet je wel wat kan. Doe daarbij nog een vermoeide kop en je hebt geen poeslieve dame voor je staan. Een stijve poot en ijzige blik leverden de juiste kamer op. Het was de eerste van een reeks fouten van het hotelpersoneel. Fouten die wel telkens terug rechtgezet werden met een upgrade, een etentje of een kop koffie, naargelang de grootte van de stommiteit.
’s Morgens begon de aanval op Beijing: de Verboden Stad, het Tianmenplein en door de hutongs richting Tempel of Heaven. In de kleine steegjes werd hard gewerkt. De huisjes werden zo goed als met de grond gelijk gemaakt en weeropgebouwd. Tegen 8 augustus zal heel de stad één groot decor zijn. Wat nog redelijk presentabel was, werd en wordt geherdecoreerd en opgefrist zodat elke gevel eruit ziet als een oude tempel of een paleis. Bij de eerste huizen denk je ‘niet slecht’, maar na een volledige rij van dezelfde rood, groen en blauwe figuurtjes wordt het kinderachtig en gaat het je keel uithangen. Een grote fake-stad. Wat niet goed te krijgen is, wordt eerst ommuurd, dan platgegooid en heropgebouwd in dezelfde stijl, maar lieflijk en zonder vuile hoekjes.


De aanval op Beijing: start aan de Verboden Stad

De Tempel of Heaven is qua stijl totaal anders dan wat ik tot dan toe in China had gezien. Een fijn kunstwerk in overheersend blauw en groen. Enkel die trappen! Waarom ze alles zo hoog moeten zetten? We wandelden alle bezienswaardigheden van het park af en lieten ons daarna naar de nieuwe opera voeren en vandaar na een ‘xiao deng’ –even wachten- terug naar het hotel. Kwinten kwam ons vervoegen om tussen zijn werk en zijn uitgaansleven in even bij te praten op onze wandeling langs de Drum – en Bell torens, door de toeristische hutongs en naar het Hou Hai Lake. Intussen waren mijn maag en darmen strijd aan ’t voeren met het vers geperst sapje dat ik ’s middags gedronken had en dat achteraf gezien toch niet zo vers zal geweest zijn. De maaltijd was voor mij beperkt tot het aanhoren van Greta’s kommentaar. Zelfs proeven zat er niet in.


Een Chinees hoedje


Tempel of Heaven


De nieuwe opera: we geraakten er nog niet in, dus het bleef bij bewonderen van de buitenkant.

De volgende morgen stond ik maar slap op mijn benen en dat terwijl 10 km muur op ons te wachten lag. De chauffeur maakte de beslissing in mijn plaats. Ik had aan de concierge van het hotel de route opgegeven: in Jinshanling op de muur en in Simatai er –vier uur later- af. Het was dezelfde chauffeur als bij mama en papa. Hij herkende me, vergat zijn instructies en reed prompt dezelfde route als de vorige keer. Dat is een verkeerde hersenkronkel van de Chinezen. Horen ze wijn, dan krijg je automatisch rode, zelf al stond er wit voor. Altijd goed bedoeld willen ze heel snel zijn en horen maar de helft of voeren het laatste uit wat onder hun hersenpan bleef plakken. Toen ik na een dutje mijn ogen open deed, was het al te laat om nog terug te rijden. Het werd dus de kortere versie. De zichtbaarheid was uitzonderlijk goed en na een uurtje muurwandelen was mijn maag zelfs in de mood voor kip en rijst.


The great wall: nog altijd even indrukwekkend


Afhankelijk van de richting maakt het een hemelsbreed verschil!

Door de ingekorte route hadden we een paar uren vrij in onze agenda, die onmiddellijk werden opgevuld met een spurt naar het zomerpaleis, nadat we eerst nog een kijkje waren gaan nemen op de olympische site. Daar ontdekten we zowaar het standbeeld ‘Athletes Alley’ van Olivier Strebelle dat België pas aan China schonk.
We hadden in overleg met de chauffeur 75 minuten voorzien voor het zomerpaleis zodat we nog voor de grote drukte en op tijd voor het avondprogramma terug konden zijn. Greta kan én snelwandelen én voorlezen uit de reisgids, wat tijdbesparend is! Van alle historische gebouwen is er zo goed als niets authentiek. Ofwel afgebrand, ofwel platgegooid in vijandelijke aanvallen, gaat het meestal om replica’s van de originele bouwwerken. Op een drafje ging het rond het meer, onder de wandelgalerijen en alsmaar meer trappen op, door en langs de verschillende paleizen en tempeltjes tot aan het hoogste punt waar we even op adem kwamen, genietend van het wijds uitzicht. Bergaf kruisten we langs een wirwar van paadjes tussen het groen en stipt op tijd stonden we...aan de verkeerde poort. Mijn Chinees is net voldoende om de chauffeur telefonisch te melden dat ik op een andere plaats sta. De beschrijving heb ik wijslijk aan de poortbewaakster overgelaten. Enkele minuten later kwam onze taxi voorgereden.


Het zomerpaleis


De kleuren en motieven zoals hier in het zomerpaleis sieren nu elke gevel in de stad.

Voor ’s avonds hadden we geen tickets vastgekregen voor het symfonisch concert in de nieuwe opera. Binnenin het prachtige gebouw geraken, zal voor een volgende keer zijn. Uit de drie mogelijkheden die nog open waren, acrobatie, Chinese opera en Kungfu, hadden we het laatste gekozen. Kwinten en Jing, een medetrainee, vergezelden ons. Het was een voorstelling die puur op de –buitenlandse- toeristen gericht was: Engels gesproken met Chinese bovenschriften! Een zoetsappig verhaaltje met wat balletachtige Kungfu, niet echt mijn meug. Zoals gewoonlijk wanneer het licht uitgaat en op het hoogtepunt van het lawaai, vielen mijn ogen toe. We sloten de avond en Greta’s Chinareis af met een gezellig diner.


Laatste avondmaal met Kwinten en Jing

Tuesday, June 03, 2008

Dinsdag 3 juni

De regen viel er woensdagmorgen met bakken uit. Samen met de andere gasten kropen we onder het afdak voor het ontbijt. Automatisch komt het gesprek op de aardbeving. Een koppel uit Miami was in Beijing een week na de ramp. Precies om 2u28 werd alle leven gedurende drie minuten stilgelegd. Zelfs de treinen stopten. Greta en ik waren op dat ogenblik op wandel door Shanghai. Wij schrokken ons rot toen de taxi’s midden op straat bleven staan en minutenlang toeterden. Onze RMB viel pas toen alle inwoners met gebogen hoofd in het deurgat kwamen staan.

Zoals we het besteld hadden, was het droog toen we in Guilin aankwamen. Het oude stadsdeel ligt beschermd tussen de rivier en vier in elkaar doorlopende meren –eerder grote vijvers- . Het was de bedoeling dat we die in een motorbootje zouden afvaren, maar de verhuurdame was nog een tijdje zoet met het water naar de juiste kant te pompen. Als je juist Hangzhou en Suzhou hebt bezocht, was een wandeling rond deze plassen enkel een goede tijdsbesteding omdat James intussen uitleg gaf over de geschiedenis van de stad, de hierarchie van het bestuurssysteem tijdens de keizerrijken, de godsdienst en over al wat we nog te vragen hadden. In één van de vijvers staan nieuwgebouwde pagodes. In het verleden waren ze de begraafplaats van de as van hoogstaande monniken. Men geloofde dat de pagode een brug was naar de hemel. Later werden ze ook voor het decoratieve aspect neergezet.


Pagodes


Zitbanken in Guilin


Een serieuze regenbui en het is weer zwemmen geblazen

Na een korte lunch gingen we met de kabelbaan de wolken in. Het was niet het ideale weer ervoor, maar het stond nu eenmaal op de agenda en rustig zitten schommelen is heel wat minder vermoeiend dan de stad afsleffen. Vandaar werden we naar het instituut voor theeonderzoek gebracht. We werden van een punthoedje voorzien en kregen een interessante uitleg over de soorten thee die je verkrijgt, afhankelijk van welke bladeren geplukt worden, over tijdstip en frequentie van pluk. Hierna volgde een theeceremonie en het obligatoire langsgaan in het winkeltje.


Twee Chinezen tussen de theeplantages van Guilin


Theeceremonie

Voor het diner met Wei, de toerorganisator, was er nog net een gaatje vrij om even in het parelmuseum binnen te wippen. Ik ken niets van parels en geen haar op mijn hoofd dacht eraan er te kopen. De rondleiding startte met een introductie over soorten, kwaliteiten en kweekplaatsen van parels. Nadat ze ons overtuigd hadden dat vlakbij Guilin de beste plaats lag en bovendien met de goedkoopste werkkrachten, werden we in een zaal neergezet voor een parelshow. Vijf plaatselijke schonen presenteerden er assortimenten van halsbanden, armbanden en ringen. En dan het belangrijkste stuk: de verkoopszaal. Ik heb nog nooit zoveel parelsnoeren geëtaleerd gezien. Uit beleefdheid begin je dan de bakken langs te gaan. Tot er eentje tussenzit die wel aandacht, maar niet zijn prijs waard is. De dames zijn erop getraind bij de minste halte het desbetreffende stuk uit te halen, je te presenteren en een prijsdiscussie uit te lokken. Als je echt niet van plan bent te kopen, is het een leuk spelletje, tot ze je achterna komen in de auto als de motor al gestart is en je bod aannemen...dan heb je dus parels!


Parelshow in Guilin


Met Wei, de toerorganisator, en James, de ideale gids

Sunday, June 01, 2008

Zondag 1 juni

Vrijdag was het broeierig warm toen we in Nanjing uit de trein stapten, maar 18 holes op Gingko zagen we toch wel zitten. Jan zat met een geknelde zenuw en moest spijtig genoeg passen. Ondanks de temperatuur speelden we niet te slecht en verdronken er maar een beperkt aantal ballen. Toen we terug naar huis wilden, kreeg ik het even extra warm. De batterijen van het autoalarm hadden besloten hun werking stop te zetten, met oorverdovend gegil van de sirene als gevolg. Onze caddie was een slimmerdje en ze kende haar vaste klanten. De chauffeur van één van hen had reservebatterijen op zak en loste mijn probleem op. In ’t vervolg heb ik er ook bij!


Gingko Lake

Zaterdag was rustdag. Goed voor was en strijk, een toertje door de suguo en het bezichtigen van de fabriek. ’s Avonds probeerden we alle lekkernijen bij de Thai uit.
De volgende morgen lieten we, na een trage start, Jan boven zijn papieren achter en werd Greta stil van het bezoek van de Jappen in het Nanjing Massacre museum. De avondvlucht bracht ons alledrie naar Guilin.
Op de luchthaven wachtten James en zijn driver ons op. Op aanraden van Mien had ik dit gedeelte laten ineensteken door een reisorganisator waar zij heel tevreden over was. We hadden maar drie dagen, een gevuld programma en dus geen tijd te verliezen met alles uit te zoeken. Ik had in mijn mail doorgegeven dat we sportief waren, avontuur wilden en dat de overnachtingen ‘Chinees karakter’ moesten hebben.
Dat was zeker het geval in het eerste hotel, hoewel de eigenaar een Japanner was. Hij had enkele appartementsblokken opgekocht binnen een compound en er een hotel van gemaakt. Dat maakte dat zowel Greta als wij een volledig 3-slaapkamerappartement tot onze beschikking hadden. Ruimte genoeg, maar toch niet echt gezellig.


Hotel ‘met Chinees karakter’ tussen de woonblokken in

‘s Morgens werden we opgepikt en een half uurtje verder afgezet voor een boottocht over de Li rivier, terwijl de driver onze bagage naar Yanshou reed. Zowat alle binnen- en buitenlandse toeristen doen dezelfde afvaart, over hetzelfde gedeelte van de rivier en vertrekken bovendien op hetzelfde tijdstip. Reden daarvoor is dat het het mooiste stuk is en het met de stroom mee drieënhalf tot vier uur varen is. De boten hebben daarna 8 uur nodig om –leeg- terug te keren. Eerst geeft dat een ‘stomme toerist’ gevoel, al die boten achter elkaar, maar na een tijdje regelen ze het zo dat er net voldoende afstand is om je tussen de kronkels in af en toe alleen te wanen. Het is er bovendien zo mooi dat je geen tijd meer hebt om op de anderen te letten. De losstaande bergen zien eruit als met mos bekleed en als je in de verte kijkt, lijkt de ene de schaduw van de andere te worden. Het zou China niet zijn als er niet ontelbare verhaaltjes aan verbonden waren (meestal zo kinderlijk dat ze het ene oor in en het andere uitgaan). Het waterpeil stond hoog, dus de stroomsnelheid ook en we waren na een dikke drie uur in Yanshou: twee winkelstraten groot en één toeristische markt.


Op de Li tussen Guilin en Yanshou


Lokaal transport


Genietend van het uitzicht


Alles staat in functie van de aardbeving. Deze collega's op teambuildingdag nodigden ons uit mee een hart te vormen.


Aalscholvers worden gebruikt voor de visvangst. Hier kan je voor 5 RMB met hen op de foto

Wij moesten twintig minuten verder zijn in ‘The Giggling Tree’. Het guest house had alles om perfect te zijn: uitzicht op de bergen en op de rivier, heel rustig gelegen tussen de plaatselijke boerderijtjes in, op onze fietsroute en in een charmant omgebouwde fermette... ware het niet dat de Nederlandse uitbaters zich iets te goed hadden aangepast en de Chinese slag hadden overgenomen. Maar, vermits we ‘avontuurlijk en sportief’ waren, lieten we het niet aan ons hart komen en sprongen de –slecht onderhouden- fietsen op, op weg
naar de maanberg. We hadden op de boot al een ‘appelberg’ gezien, waarvoor je de nodige verbeelding nodig had, dus ik verwachtte niet veel speciaals. De honderden trappen die we op moesten om bij de maan uit te komen, waren het in dit geval wel waard. We kregen op een kwartiertje tijd een heel gamma van panorama’s door de maan te zien: in de zon, met grauwe wolken, in de regen en daarna in de mist. We waren toch al leknat gezweet, dus daarvoor gaf de regen niet. Afdalen op de glibberige treden was andere koek. James wou schuilen tot de stortregen voorbij was, maar wij zijn iets minder geduldig van aard. Hij snorde vier frutregenjassen op –de verkoopsters passen zich aan volgens de noden: water als het heet is en even later toveren ze paraplu’s of regencapes te voorschijn-. Fietsen in de gietende regen is een zaligheid. Iets minder voor Jan en Greta die door hun brilglazen geen sikkepit zagen en op de tast voort moesten. Pas dagen later waren de schoenen droog.


The Giggling Tree


De maanberg


Door de maan: regen op komst


Zelfs in de regen een prachtig zicht

We waren bezorgd dat ons avondprogramma, een live show op de rivier, in het water zou vallen. Precies op tijd stopte de regen en we konden genieten van een overdonderend spectakel. Het was de uitbeelding van het dagelijkse leven van de vier groepen etnische minderheden. 600 acteurs op de scene –in dit geval de rivier-, de bergen als natuurlijk decor, licht- en geluideffecten. Je wist niet waar eerst kijken. De mannelijke deelnemers zijn de plaatselijke farmers die overdag op het veld staan en ’s avonds een centje bijverdienen. De regisseur, Zhang Yimou, is ook verantwoordelijk voor de openingsshow van de olympische spelen in Beijing. Het belooft onvergetelijk te worden!


Dinsdagochtend hadden we de zon mee op de volgende fietstocht. We doken de velden in en vergezeld door libellen en grote kleurige vlinders, begeleid door constant gefluit van vogels, wisten we niet waar eerst kijken. Alle tinten van groen, de glooiïngen, de keurig bewerkte lapjes grond, wiebelende Chinese punthoedjes in de velden, af en toe een kuierende waterbuffel. Ik had honderdenéén vragen en James gaf op alles een duidelijk en rustig antwoord. De streek daar is rijk. De farmers hebben een niet te moeilijk leven. Ook de waterbuffels hebben het goed. Ze moeten twee maanden per jaar werken. De overige tijd mogen ze rusten, rondkuieren en gras eten.
Rijstvelden, sinaasappelbomenrijen en pindanotenstruikjes wisselen elkaar af. De rijstvelden overheersen. Licht- en donkergroen, naargelang het tijdstip waarop de boer de rijst geplant heeft. De velden die ik in de omstreken van Nanjing zag, waren droge rijstvelden. Hier stonden alle plantjes ruim onder water. James legde uit dat ‘natte rijst’ geacht wordt een betere smaak te geven. In mijn idee groeien pinda’s aan bomen. In werkelijkheid hangen ze aan kleine struikjes die eenmaal per jaar, in juli, geoogst worden.


Oordeel zelf!


Pindanotenstruikjes

Op onze tocht passeerden we vele graven. Door de overheid wordt verassing opgelegd als enige mogelijkheid. De farmers, meestal boeddhistisch, zijn hiervoor niet te vinden. Traditioneel begraven zij hun familie op hun eigen grond. De staat laat dit oogluikend toe.
De grond hebben de boeren in bruikleen. Zij moeten hiervoor niet betalen.
Ook wat kinderen betreft, gelden er andere regels op het platteland. Als de eerstgeborene een jongen is, blijft het bij één kind. Is het een meisje, dan krijgen ze nog een herkansing.


Graftombe op het platteland


Vijfsterren graftombe op het platteland...

De deuren van de boerderijtjes zijn omzoomd door vertikale banden met karakters. Dit zijn de goede wensen die éénmaal per jaar, met Chinees nieuwjaar, vernieuwd worden. Op de deur kleven ze ook beeltenissen van afschrikwekkende mannen: generaals van vroeger die bekend stonden om hun behendigheid in het gevecht. Ze gaan ervan uit dat hun reputatie ook in de geestenwereld gekend is en dat boze geesten afgeschrikt zullen worden als ze de beeltenis zien en hun huis niet zullen durven betreden.


Wensen en afschrikkingen op de deur

Deze keer slaagden we erin om droog aan te komen, het is te zeggen, nat van het zweet. Na een verfrissende douche stond James klaar om ons naar de volgende activiteit te begeleiden: de silver cave. Ik ben niet zo grottig uitgevallen, maar deze was zonder meer adembenemend mooi. Twee kilometer aan een stuk vielen we van de ene bewondering in de andere. We namen er de gekleurde belichting op de spectaculairste plaatsen bij. Chinezen geven gemakkelijk benamingen aan speciale vormen in de natuur. Hier kwam ook mijn fantasie spontaan op gang bij het zien van alle verschillende mieten en tieten, het fijne kantwerk, de robuuste, vettig glanzende knotsen of de kunstige drappages.
Om vier uur waren we vrij en rijp om even horizontaal te gaan liggen. Daarna ging het naar het centrum, de twee souvenierstraten af, voor shopping. Een nog maar eens een perfecte dag sloten we af op een gezellig terrasje, weg van de drukte en de discomuziek.


Jan met geknelde zenuw krijgt hulp van de buurkinderen


In de Silver Cave
Web Site Counter
Free Counter