Woensdag 6 juni
Gisteren in de late namiddag zijn we op zoek gegaan naar typische expat-huizen. De rand van de Purperen Berg is ideaal gelegen: dicht bij de stad en toch in het groen en rustig. Daarom zijn daar de oudste ‘nederzettingen’ van de Westerlingen te vinden. En oud mag je wel zeggen. In de compounds waar we een kijkje gingen nemen, staan massieve blokken die zowel binnen als buiten hun beste tijd al hebben gehad. Ik kon me voorstellen dat een Engels koppel er wild van is, maar dat gold niet voor ons. Een piepklein tuintje, geen terras, een grote hal en trapzaal en relatief vele kleinere kamers. Keuken en sanitair onfris en oudbollig... Voor zo’n draak ben je op zijn best10 miljoen RMB kwijt. Je woont dan wel residentieel.
.jpg)
Antieke taart (het huis)
Aan de overkant van de straat ligt de Sofitel golf.
Tussen de holes staan ook een paar huisjes neergepoot. Van de eerste fase was er nog één te koop...20 miljoen RMB. Voor die prijs heb je een Dallas suikertaart van 810 m2. Geen spek voor onze bek en –gelukkig maar- veel te groot en totaal niet onze smaak. Zo zijn we van de ene nederzetting naar de andere gereden om steeds tot dezelfde conclusie te komen: veel te duur en veel te lelijk, ongezellig en afgeleefd.
Vanmiddag zijn we er terug op uitgetrokken. Deze keer de kant van de universiteit en de internationale school op. Ook in deze buurt was er geen gebrek aan villa’s. Deze waren veel minder riant dan die van gisteren, maar even stijlloos en versleten. In de meeste ‘banggongshi’, het kantoor van de compound, spraken ze geen Engels. Wanneer ik een paar woordjes Chinees bovenhaalde, kreeg ik meteen een hele zondvloed over me uitgestort waar geen snars van te snappen was. Een prentje van een huis en het universele gebaar voor geld werkte nog het best.

Tweewoonst
Aan de zuidkant van de stad stond er een huis te koop in een 3-jaar oude verkaveling. De bewoners leefden er nog, maar konden het zo snel als nodig ontruimen. Het was interessant om de bemeubeling te zien. De leefruimte was overdadig ingericht. Een grote bas-reliëf tegen de muur, veel wit leer en goud. Eens de pompeuze trap op naar boven, was er geen luxe meer te bespeuren: kale slaapkamers met een minimum aan interieur en badkamers met het hoogst noodzakelijke erin. Het enige pluspunt van het rijhuis, was zicht op het meer. Hiervoor mocht je dan ook 12 mlj RMB neertellen! Op de foto’s ziet alles er stukken beter uit dan in werkelijkheid!

Rijtjeshuis van 12 mlj RMB!
Hoe meer we er zagen, hoe duidelijker het werd. We zijn niet naar China gekomen om tussen Europeanen en Amerikanen te wonen. De bestaande huizen zijn veel duurder dan hun Europese soortgenoten en bovendien van slechtere kwaliteit. Zo bleef alleen nog nieuwbouw over, met de bedoeling die ook voor de grote sleet door te verkopen.
De duplex die we twee weken geleden hadden gezien, was liefde op het eerste gezicht en stak prijs/kwaliteitsgezien met kop en schouders uit boven de rest. Toen we bij de Ronchamp villa’s aankwamen, was het juist sluitingstijd. Qin Tao had zijn uniform al verwisseld voor vrijetijdskledij, maar was zo lief ons nog even te woord –euh- te gebaar te staan. We hebben afgesproken dat we morgenvroeg terugkomen om over de voorwaarden te discussiëren. Spannend!
.jpg)
Antieke taart (het huis)
Aan de overkant van de straat ligt de Sofitel golf.
Tussen de holes staan ook een paar huisjes neergepoot. Van de eerste fase was er nog één te koop...20 miljoen RMB. Voor die prijs heb je een Dallas suikertaart van 810 m2. Geen spek voor onze bek en –gelukkig maar- veel te groot en totaal niet onze smaak. Zo zijn we van de ene nederzetting naar de andere gereden om steeds tot dezelfde conclusie te komen: veel te duur en veel te lelijk, ongezellig en afgeleefd.
Vanmiddag zijn we er terug op uitgetrokken. Deze keer de kant van de universiteit en de internationale school op. Ook in deze buurt was er geen gebrek aan villa’s. Deze waren veel minder riant dan die van gisteren, maar even stijlloos en versleten. In de meeste ‘banggongshi’, het kantoor van de compound, spraken ze geen Engels. Wanneer ik een paar woordjes Chinees bovenhaalde, kreeg ik meteen een hele zondvloed over me uitgestort waar geen snars van te snappen was. Een prentje van een huis en het universele gebaar voor geld werkte nog het best.

Tweewoonst
Aan de zuidkant van de stad stond er een huis te koop in een 3-jaar oude verkaveling. De bewoners leefden er nog, maar konden het zo snel als nodig ontruimen. Het was interessant om de bemeubeling te zien. De leefruimte was overdadig ingericht. Een grote bas-reliëf tegen de muur, veel wit leer en goud. Eens de pompeuze trap op naar boven, was er geen luxe meer te bespeuren: kale slaapkamers met een minimum aan interieur en badkamers met het hoogst noodzakelijke erin. Het enige pluspunt van het rijhuis, was zicht op het meer. Hiervoor mocht je dan ook 12 mlj RMB neertellen! Op de foto’s ziet alles er stukken beter uit dan in werkelijkheid!

Rijtjeshuis van 12 mlj RMB!
Hoe meer we er zagen, hoe duidelijker het werd. We zijn niet naar China gekomen om tussen Europeanen en Amerikanen te wonen. De bestaande huizen zijn veel duurder dan hun Europese soortgenoten en bovendien van slechtere kwaliteit. Zo bleef alleen nog nieuwbouw over, met de bedoeling die ook voor de grote sleet door te verkopen.
De duplex die we twee weken geleden hadden gezien, was liefde op het eerste gezicht en stak prijs/kwaliteitsgezien met kop en schouders uit boven de rest. Toen we bij de Ronchamp villa’s aankwamen, was het juist sluitingstijd. Qin Tao had zijn uniform al verwisseld voor vrijetijdskledij, maar was zo lief ons nog even te woord –euh- te gebaar te staan. We hebben afgesproken dat we morgenvroeg terugkomen om over de voorwaarden te discussiëren. Spannend!


0 Comments:
Post a Comment
<< Home