Monday, May 07, 2007

Zaterdag 5 mei

Zaterdag 5 mei
Na een luie start was het tijd om ons cultureel peil omhoog te brengen en de historische rijkdom van Nanjing op te zoeken. De meeste bezienswaardigheden liggen geconcentreerd op de purperen berg. We hadden het, dachten we, goed bekeken en vroegen de taxichauffeur ons boven op de berg af te zetten, zodat we naar beneden zigzaggend alle monumenten konden bekijken. Hij protesteerde zo hevig dat we direct toegaven en het aan het toeval –dus aan hem- overlieten waar ons te droppen. Achteraf snapten we waarom hij zo lelijk deed. Op de berg is geen autoverkeer toegelaten. Hij zette ons op de meest logische plek af om de toer te beginnen, aan de ingang naar het mausoleum van Dr Sun Yat-sen.
We wisten natuurlijk niet wat we moesten verwachten, maar keken toch op van de grote hoeveelheid uitgelaten toeristen. De gezinnetjes, nl het kind in de meest fantasierijke outfits met mama, papa en de grootouders langs elke kant: de ideale bron van inkomsten voor de ontelbare souvenierwinkeltjes en ijsjeskramen. Is de groep groter dan vijf en zijn ze geen familie, dan is een uniforme t-shirt of pet verplicht en is er iemand de dupe om met het vlaggetje vooraan te lopen.
Van zodra de eerste zonnenstralen verschijnen, doen alle plaatselijke schonen hun paraplu of parasol open. Wit zijn is het schoonheidsideaal. Toen ik zonnecreme zocht, was het steeds in combinatie met een witmaker.
De zwaarste beproeving kwam bij het begin: 392 trappen omhoog om bij de restanten van Dr Sun te geraken! Het was 26° en bij de laatste reeks voelde ik de nattigheid over mijn rug lopen. Een foto nemen van zijn standbeeld is ten strengste verboden. Ik heb het geprobeerd en werd serieus afgeblaft. Van zijn tombe, een zaal verder, mag je er dan weer zoveel nemen als je wil. De logica ontging me.
En dan diezelfde trappen weer naar beneden. Halfweg moest er volgens het plannetje een verbinding zijn naar de Linggu Pagode, maar die hebben we niet gevonden. Beneden gekomen hebben we ons laten vervoeren door het toeristentreintje, blij met enkele minuten rust. We moesten de helling weer op om vervolgens acht verdiepingen omhoog te klimmen via een smalle draaitrap. Toen we boven gekomen van het uitzicht stonden te genieten, bleken wij een even grote attractie te zijn. Ze kwamen vragen of ze met ons op de foto mochten!! Dat is later op de dag nog verschillende keren voorgevallen. Wie wil er nu op een foto met wildvreemde mensen??! We zullen waarschijnlijk in hun album vermeld staan als ‘foto met de reuzenvrouw en de man met bruin gras op zijn kin’...
En toen we terugkeerden van de pagode vonden we warempel het verbindingsweggetje dat we daarvoor gemist hadden. Het slingerde –nu natuurlijk bergop- tussen de bomen. Het was er heerlijk rustig want de anderen verkozen de gewone wegen. Voldoende ver van de drukte hoorde je de vogels fluiten en de bloemengeuren kwamen in golven over ons. Soms was de geur zo sterk dat, hoe goed hij ook was, je het amper kon verdragen.
Halverwege staat het museum van Dr Sun, oorspronkelijk een Boedhistische bib, waar nu een fotoreportage over Nanjing tentoongesteld is. Alles bijeen hebben we meer dan vier uur rondgesleft zonder pauze. De rest van de bezienswaardigheden bewaarden we voor een latere datum.
’s Avonds zijn we naar 1912 geweest, de ‘betere’ uitgaansbuurt van de stad. We hebben onze etensbeurt gewisseld, want Jan wou de Thai uitproberen. Op zijn smaak was niets aan te merken, want de krab in curry was letterlijk en figuurlijk om duimen en vingers af te likken!

Zondag 6 mei
Tweede keer 18 holes op Ginko Lake. Ondanks de 29 graden was het zalig weer. Tussen de heuvels waait blijkbaar steeds een redelijk sterke wind, zodat je de zon niet voelt branden (dat merk je wel achteraf!). Deze keer hadden we drie caddies! Eentje voor Jan, eentje voor mij en de derde was in opleiding. De eerste holes werkte dat op mijn systeem. Het stoorde me dat die op mijn vingers stonden te kijken. Of de dames opgeleid zijn om hun beschermelingen gerust te stellen weet ik niet, maar mijn caddie vroeg me of ik haar Engels wou bijschaven. Van dan af was mijn aandacht op neus, oren, voet en de kleuren van de regenboog gericht en gingen mijn slagen ineens zonder, of toch met heel wat minder, problemen. Er werd veel gegiecheld en de concentratie was soms ver te zoeken: de ene keer kreeg ik Jans club aangereikt en daarna moest ik een paar keer gillen omdat ze de vrouwenafslag voorbijreden. Onze eindscore was beter dan de vorige poging, maar nog zwaar vatbaar voor verbetering en onze meisjes hopen dat we snel terugkomen.
In mijn restaurantje was het afgeladen vol. Er stond nog één klein tafeltje, zonder stoelen. Toen we binnenkwamen, werden we met een brede glimlach ontvangen en sleepten ze direct twee stoelen aan. Ze gaven automatisch de menukaart aan mij en begonnen zich al te moeien met mijn keuze. Bij het eerste dat ik aanwees, iets beef-achtig, maakte ze me overtuigend duidelijk dat ik dat echt niet moest nemen en ze wees iets veel lekkerder aan. Toen ik vis vroeg, raadde ze me een ander gerecht aan. Daarbij nog iets van de kleine hapjesbladzijde waar groenten in zou moeten zitten en de keuze was gemaakt. Het was weer delicieus: een witte, kabeljauwachtige vis in een hartige paprikasaus, boschampignons met rundslapjes en om te eindigen een schoteltje gefriteerde pompoenschijfjes.


En nog 292 trappen te gaan...


Tombe Dr Sun Yat-sen


Sun Yat-sen museum


Een glazen beestjes maker


Vanavond Vlaamse stoofpot


Weg van de drukte

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Web Site Counter
Free Counter