Maandag 19 januari 2009
Aan Tokyo Station scheidden onze wegen: Jan de taxi in naar het kantoor; ik nam de volgende om de bagage te droppen in ons hotel, vlakbij Shimbashi Station. Dat was een goede tip van Dirk en Bie, want de ligging was perfect voor de verkenning van het ons nog ongekende stadsdeel. De rest van de middag bracht ik door met watertanden voor exclusieve stoffen, stijlvol aardewerk en glas, decoratieve gebruiksvoorwerpen, allemaal met één gemeenschappelijk kenmerk: veel te duur om te kopen. Sinds ons laatste bezoek heeft de yen shoppen nog minder koopvriendelijk gemaakt. Gelukkig is kijken naar mooie zaken al een plezier op zich, vooral in een afvalvrije en glimmende stad. Ik zag werkmannen met een rolmeter de boorafstand afmeten. Wat een verschil met Nanjing waar ze dat op zicht kunnen. De schilder streek met een fijn penseel de grijze verf minutieus op de palen, zonder rondvliegende spetters of klodders op de grond.

Overstekend wild
Vrijdag ging ik noordwaarts over de wandelterrassen tussen hypermoderne kantoortorens. Zoals in Hongkong is de ruimelijke ordening daar een kunstwerk dat elke vierkante meter optimaal, practisch en mooi benut. Ik kwam ogen tekort om alles op te nemen. Over de express way en grenzend aan de Sumidagawa rivier ligt Hama-rikyu Gardens. De vijvers zijn uitzonderlijk omdat ze via een sas in verbinding staan met de rivier en zout water bevatten. Bij ons eerste bezoek aan Tokyo in 2003 had ik in het theehuis een theeceremonie gevolgd. Die hoefde ik geen tweede keer. Geknield zitten hou je geen tien minuten vol en de thee is een dikke brij die ziet en smaakt naar gemalen gras. In het park was het, zelfs in dit seizoen, aangenaam vertoeven. Met het geraas van de auto’s op de achtergrond, gefilterd door de bomen, de toet van de waterbus op de rivier en het gezang van de vogels weet je constant dat het een rustplaats is in het midden van een bruisende grootstad. Elke boom en struik valt op door zijn speciale vorm, late bloemen, zaaddozen, dikke knoppen of vroege bloesem. Dat alles werd beschenen door een warm zonnetje.

Laatbloeiers zorgden voor kleur

Decoratieve zaaddozen

Een constructie om de dennen te beschermen tegen sneeuw en vorst
De drukte op de Tsukiji markt vormde een groot contrast. Hoewel de spectaculaire verkoop van de visvangst en de vroegmarkt van groenten en fruit al in het eind van het opkuisstadium zaten, was het aan de kraampjes druk en voor de eettentjes stonden rijen wachtenden.

Aan de viskraampjes en eettenten was het aanschuiven
Verder in de straat ligt de Honganji tempel. De buitenkant van deze Boeddhistische tempel ziet er eerder Indisch uit en binnenin hangt de sfeer van een katholieke kerk.

Tsukiji Honganji Tempel
Na drie uur stappen zonder drank of ontbijt ging mijn interesse in gebouwen, natuur en mensen stilaan over in alles wat er eetbaar uitzag. Gelukkig zat Jan veilig op kantoor, zodat er geen gevaar was dat rauwe glibbervis de eerste vulling van mijn maag moest worden. Ik had hem nooit voorbij het overdadig aanbod op de vismarkt kunnen trekken. In één van de vele koffieshops vond ik een raamplaatsje aan de bar met uitzicht over het kruispunt waar gekloonde zwartgepakte –voornamelijk- mannetjes, met das en aktentas, passeerden voor hun lunchpauze. Heel de dag door zijn de hotellobby’s en drankgelegenheden gevuld met discussiërende zakenmensen. Buiten betere koffie en rookgelegenheid snap ik niet waarom ze zo’n piepklein tafeltje zonder privacy verkiezen boven een vergaderzaaltje of een bureau in hun eigen kantoor.
Na na nog wat uren rondlopen, vond ik het goed geweest en zocht de kortste weg terug. Een gemakkelijke referentie was de rood-wit gestreepte zendmast op het gebouw naast het hotel. Mijn gevoel zei naar rechts, maar mijn baken stond duidelijk zichtbaar links in de verte. Daar aangekomen bleek het een tweelingbroertje te zijn. Later zag ik dat de stad vol zendmasten staat! Die blunder was goed voor een half uurtje extra stapwerk.

De enige echte juiste zendmast
’s Avonds gingen we uit eten met Taka en Sunny. Onze vorige gezamelijke maaltijd indachtig, keek ik bezorgd uit naar Taka’s keuze uit de menukaart. Deze keer viel het goed mee, op rauwe lever na.

Op de bloederige rauwe lever na was alles lekker of te eten
Zaterdag kon Jan mee op stap en namen we de metro naar Asakusa voor een boottochtje over de rivier. Aan de steiger van de Hama-rikyu Gardens gingen we aan wal. De tuin ging ik met plezier nog een tweede keer door. We kregen er als toemaatje een jongleervoorstelling bij. Japanse kunstjes met theepot, kop of schoteltje –alles made in China-. Vandaar ging het naar de Zojoji Tempel en naar ons eindpunt: Tokyo Tower. De dag was helder en we namen de tijd voor het uitpluizen van de vier windstreken vanop het eerste terras. Voor het hoogste uitzichtpunt moesten we de –lange- rij in. Toen we uiteindelijk weer beneden stonden, zagen we dat we er goed vanaf gekomen waren. Intussen stond er wel tien keer meer volk aan te schuiven dat ook wilde genieten van die heldere dag.

Van Asakusa richting Tokyo Bay de Sumidawaga rivier af

Jongleerders lieten het theeservies dansen

Een kom noedels tussendoor

Tokyo Tower

Zicht op Tokyo Bay
’s Avonds hadden we afgesproken met Jan VL van wie de laatste maand van zijn uitwisseling inging. Het werd natuurlijk sushi!

Samen met Jan VL in de sushibar

Overstekend wild
Vrijdag ging ik noordwaarts over de wandelterrassen tussen hypermoderne kantoortorens. Zoals in Hongkong is de ruimelijke ordening daar een kunstwerk dat elke vierkante meter optimaal, practisch en mooi benut. Ik kwam ogen tekort om alles op te nemen. Over de express way en grenzend aan de Sumidagawa rivier ligt Hama-rikyu Gardens. De vijvers zijn uitzonderlijk omdat ze via een sas in verbinding staan met de rivier en zout water bevatten. Bij ons eerste bezoek aan Tokyo in 2003 had ik in het theehuis een theeceremonie gevolgd. Die hoefde ik geen tweede keer. Geknield zitten hou je geen tien minuten vol en de thee is een dikke brij die ziet en smaakt naar gemalen gras. In het park was het, zelfs in dit seizoen, aangenaam vertoeven. Met het geraas van de auto’s op de achtergrond, gefilterd door de bomen, de toet van de waterbus op de rivier en het gezang van de vogels weet je constant dat het een rustplaats is in het midden van een bruisende grootstad. Elke boom en struik valt op door zijn speciale vorm, late bloemen, zaaddozen, dikke knoppen of vroege bloesem. Dat alles werd beschenen door een warm zonnetje.

Laatbloeiers zorgden voor kleur

Decoratieve zaaddozen

Een constructie om de dennen te beschermen tegen sneeuw en vorst
De drukte op de Tsukiji markt vormde een groot contrast. Hoewel de spectaculaire verkoop van de visvangst en de vroegmarkt van groenten en fruit al in het eind van het opkuisstadium zaten, was het aan de kraampjes druk en voor de eettentjes stonden rijen wachtenden.

Aan de viskraampjes en eettenten was het aanschuiven
Verder in de straat ligt de Honganji tempel. De buitenkant van deze Boeddhistische tempel ziet er eerder Indisch uit en binnenin hangt de sfeer van een katholieke kerk.

Tsukiji Honganji Tempel
Na drie uur stappen zonder drank of ontbijt ging mijn interesse in gebouwen, natuur en mensen stilaan over in alles wat er eetbaar uitzag. Gelukkig zat Jan veilig op kantoor, zodat er geen gevaar was dat rauwe glibbervis de eerste vulling van mijn maag moest worden. Ik had hem nooit voorbij het overdadig aanbod op de vismarkt kunnen trekken. In één van de vele koffieshops vond ik een raamplaatsje aan de bar met uitzicht over het kruispunt waar gekloonde zwartgepakte –voornamelijk- mannetjes, met das en aktentas, passeerden voor hun lunchpauze. Heel de dag door zijn de hotellobby’s en drankgelegenheden gevuld met discussiërende zakenmensen. Buiten betere koffie en rookgelegenheid snap ik niet waarom ze zo’n piepklein tafeltje zonder privacy verkiezen boven een vergaderzaaltje of een bureau in hun eigen kantoor.
Na na nog wat uren rondlopen, vond ik het goed geweest en zocht de kortste weg terug. Een gemakkelijke referentie was de rood-wit gestreepte zendmast op het gebouw naast het hotel. Mijn gevoel zei naar rechts, maar mijn baken stond duidelijk zichtbaar links in de verte. Daar aangekomen bleek het een tweelingbroertje te zijn. Later zag ik dat de stad vol zendmasten staat! Die blunder was goed voor een half uurtje extra stapwerk.

De enige echte juiste zendmast
’s Avonds gingen we uit eten met Taka en Sunny. Onze vorige gezamelijke maaltijd indachtig, keek ik bezorgd uit naar Taka’s keuze uit de menukaart. Deze keer viel het goed mee, op rauwe lever na.

Op de bloederige rauwe lever na was alles lekker of te eten
Zaterdag kon Jan mee op stap en namen we de metro naar Asakusa voor een boottochtje over de rivier. Aan de steiger van de Hama-rikyu Gardens gingen we aan wal. De tuin ging ik met plezier nog een tweede keer door. We kregen er als toemaatje een jongleervoorstelling bij. Japanse kunstjes met theepot, kop of schoteltje –alles made in China-. Vandaar ging het naar de Zojoji Tempel en naar ons eindpunt: Tokyo Tower. De dag was helder en we namen de tijd voor het uitpluizen van de vier windstreken vanop het eerste terras. Voor het hoogste uitzichtpunt moesten we de –lange- rij in. Toen we uiteindelijk weer beneden stonden, zagen we dat we er goed vanaf gekomen waren. Intussen stond er wel tien keer meer volk aan te schuiven dat ook wilde genieten van die heldere dag.

Van Asakusa richting Tokyo Bay de Sumidawaga rivier af

Jongleerders lieten het theeservies dansen

Een kom noedels tussendoor

Tokyo Tower

Zicht op Tokyo Bay
’s Avonds hadden we afgesproken met Jan VL van wie de laatste maand van zijn uitwisseling inging. Het werd natuurlijk sushi!

Samen met Jan VL in de sushibar


0 Comments:
Post a Comment
<< Home