Friday, February 01, 2008

Vrijdag 1 februari

Deze week stond in het teken van de sneeuw. In vijftig jaar heeft Nanjing niet zoveel sneeuw gezien en de stadsdiensten zijn er niet voor uitgerust. Ik had maandag de CVT veilig op stal laten staan en was met de metro en onze firmabus naar het fabriek gegaan. Deze laatste geraakte niet uit de hoge sneeuw weg. Alle mannen moesten er even uit om in gang te geraken. Alle mannen eruit tot de bus weer vlot is
De chauffeur was zo vriendelijk –en dom- de steile toegangsweg af te rijden om ons voor de deur te kunnen afzetten. Helaas was omhoog andere koek. Zijn achtersteven zwiepte van links naar rechts, wat een akelig zicht was vermits er beneden langs beide kanten meertjes liggen. Een bezoeker had de bus te laat gezien en even later stonden ze gezellig neus aan neus en blokkeerden de toegangsweg volledig. Dus alle hens aan dek en afwisselend scheppend met de drie beschikbare schoppen en met gezamelijke manskracht op signaal van ‘yi, er, san’ stonden ze allebei een goede twee uur later horizontaal op de hoofdweg. De motors rookten en iedereen dampte.
Er moest dringend diesel voor de vorkliften en sneeuwruimmateriaal gekocht worden. De enige geschikte auto was de 4x4 van YX, maar niemand was happig ermee door dit weer te rijden. Erger dan met de poolwagen kon het niet zijn, dus met Tom als navigator en met de boodschap voorzichtig te zijn de helling opgestoven en me drie uur geamuzeerd met schuiven en glijden. Overal stonden rijen vrachtwagens geduldig te wachten tot ze op de autowegen toegelaten zouden worden. Politieagenten sloten de opritten af en één na één mochten de zware opleggers proberen tot boven te geraken. De tweede brug sjokvol vrachtwagens
YX’s wagen deed het prima en de enige kunst bestond erin ander verkeer te ontwijken. Dat bestond voornamelijk uit stadsbussen, meestal met sneeuwkettingen, en taxi’s. Deze laatsten met hun afgesleten banden, vormden het grootste gevaar.
Spades en jerrycans waren snel gekocht. Diesel was wat anders. Pas aan het achtste station was er brandstof verkrijgbaar. De anderen waren uitverkocht. Intussen hadden we de hele buurt afgezworven. Onderweg zagen we hoe de bomen schoongeveegd werden. Die kregen voorrang op de wegen! Er waren al heel wat takken afgeknapt onder hun zware sneeuwkap. Om de opstopping van de trucks te vermijden, leidde Tom me door achterbuurten, feëeriek onder hun schitterende winterjas. Ik was gauw weer met mijn aandacht bij de weg, toen in één van de straatjes een stadsbus dwars over de baan met zijn snuit tegen een boom geplakt stond. Met bussen uit de andere richting was het dan passen en meten geblazen om er zonder kleerscheuren tussendoor te geraken. Je gelooft nooit hoe aangenaam de geur van 75 liter diesel is als je er drie uur voor moet rondtoeren! Strooizout hadden we niet gevonden. Dat moest YX maar bij de zone afpingelen. Enkel bij de laatste afdaling zag ik Tom even twijfelen aan mijn rijvaardigheid toen zijn handen krampachtig zijn kniëen omknelden.
Een andere hoofdbreker was het golfplatendak van de fabriekshal. Volgens onze geweldige architect heeft hij dit berekend voor een gewicht van 30 cm sneeuw. Met de 40 tot 50 cm dikke laag die erop lag, zaten we over de limiet. De dakfirma was moeilijk te overhalen, maar is na veel aandringen toch begonnen aan het ontruimen van zo’n vier meter langs de randen. Verder waagden ze zich niet. Zo irreëel was dat niet. Heel wat appartementsgebouwen hadden hun dak een verdieping lager liggen en onze badminton werd afgelast: het dak was ingestort.

In heel de stad prijken sneeuwmannen en vele auto’s hadden er eentje bovenop hun dak. Zoals te verwachten was, hebben de meesten streepjes ipv ronde knopenogen zoals bij ons. Originele sneeuwmannen voor een optieker
Woensdag tijdens de lunchpauze –die we nooit nemen- ben ik aan een sneeuwpop begonnen. Ik kreeg meteen hulp van verschillende PPN-ers. Het is een forse sneeuwvrouw geworden. Onze sneeuwvrouw
Intussen maakten de Koreaanse installateurs die dinsdagavond gearriveerd zijn een tegenhanger, die duidelijk een sneeuwman was.

Wat de containers betreft, was het de hele week wachten op Godot. Ter voorbereiding schepten we alle sneeuw en ijs van de toegangsweg en de parking. Een zware job, maar aangenaam in het zonnetje. Mijn rug smeekte ’s avonds om een massage, maar de fut was er niet meer om ook maar ergens naartoe te gaan.
De containers staan 40 km verder in de haven. Vanaf woensdag was die terug open, maar het lossen gebeurde nog traag. Eerst en vooral doen de arbeiders er twee uur over om tot aan die uithoek te geraken. Blijkbaar is het vrijmaken van die baan geen prioriteit. Daarnaast gaat internationale vracht voor op nationale. Door constant druk uit te oefenen hoopten we de onzen voorrang te laten krijgen.
En dan is er nog ons huis. Op terugweg van de luchthaven donderdag is Jan er gepasseerd. Jan op de lappen bij Freek in HK
Ik was op weg van het fabriek ernaartoe, maar ben uiteindelijk naar het hotel afgedraaid. Na meer dan een uur was ik nog niet halverwege. Blijkbaar hebben ze de lekken gerepareerd, wat er op neerkomt dat ze er een lek verf overgezet hebben zodat de nattigheid bij de volgende zware regenbui waarschijnlijk weer tevoorschijn komt. Nu bleek ook dat er geen warm water is! Je koopt een huis met baden, douches en hopen lavabos met mengkranen, maar geen warmwater voorziening. Verder was de officiële opmeting door de zone gebeurd en daaruit bleek dat onze woning vijf vierkante meter groter was dan oorspronkelijk gezegd, dus dat er bijbetaald moest worden. Dat percentage wilden ze ook nog eens op de decoratie doorrekenen. ’s Avonds is een delegatie van de verkoopsfirma naar het hotel gekomen ‘om de problemen op te lossen’. Het waren gelukkig redelijke mensen en we zijn er zonder verhitte discussies uitgeraakt. We proberen er ten laatste volgend weekend in te trekken.
Uiteindelijk is vanmorgen de eerste container aangekomen. Niet nummer één zoals gepland, de container met oa al het gereedschap van de Koreanen in, maar nummer elf. Aankomst van de eerste container
Het zou voor mij geen al te drukke dag zijn: nog wat werken nakijken, wat zaken opzoeken op internet en tegen de middag Michaël naar de luchthaven rijden en vandaar naar ons huis gaan om de installatie van de boilers op te volgen. Het ontladen verliep niet zo vlot en ik werd verzocht in allerijl te gaan shoppen. In de Red Sun, op twintig minuutjes van het fabriek, was iedereen al in vakantie vertrokken. Dan maar naar Maigaoqiao geraced. Ik heb heel mijn Chinese trukenlade moeten opentrekken om op tijd terug te zijn: de pas afsnijden, tegen richting, op het fietspad en door het rood rijden.
Op weg naar de luchthaven viel de voorspelde sneeuw in dikke vlokken neer. De tegengestelde richting van de autobaan was over meer dan dertig kilometer gevuld met stilstaand vrachtverkeer. In onze richting viel het mee. Eén rijstrook redelijk goed vrijgemaakt, maar het was opletten voor onverwachte ijsplekken, gaten in de weg, spookrijders die opdoken door het sneeuwgordijn en zelfs voetgangers langs de kant. Het benzinepeil was stilaan naar leeg aan ’t zakken en elk station waarlangs we passeerden was afgesloten. Nadat ik Michaël had afgezet, ben ik van lege pomp naar lege pomp teruggekeerd naar de stad. Ik had geen zin om ergens buitenaf te stranden. Kort bij het hotel was er één station waar een megarij stond aan te schuiven. Daar was er nog fuel. Anderhalf uur later werd ik beloond met een volle tank. De auto voor me moest al door de politie voortgeduwd worden en ook het lichtje van de CVT sprong aan op enkele meters voor de finish. De politieman steekt een handje toe
Na vijf uur constant rijden met een lege maag, lege tank en volle blaas, was het voor mijn part goed geweest.
Dit weekend gaat het werken verder. Voor Chinees Nieuwjaar krijgt iedereen 7 dagen vrij, maar het weekend ervoor moet doorgewerkt worden. Iedereen vindt dat normaal. Wij dan ook maar zeker?

Nieuwjaarsversiering in het hotel

Pelsen te koop op de hoek van de straat

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Web Site Counter
Free Counter