Donderdag 29 januari 2009
Vanop de ferry hadden we het dichtst bij de terminal gelegen motel opgebeld zodat we recht in bed konden rijden. Woensdagochtend verlieten we Picton, een klein onopvallend stadje, op weg naar Christchurch aan de oostkust. Het was weer even wennen aan het landschap. Na de groene glooiïngen en beboste bergen op het noordeiland, waren de strohalmen op deze heuvels maar een dorre bedoening. Tot de wind door die enorme oppervlakte van halmen waait en golven van goud in beweging zet: zo simpel maar hypnotiserend mooi. We naderden Blenheim en geleidelijk wordt het landschap een patchwork van geel, ingelegd met vierkante lapjes groen. De wijndomeinen die we de voorbije dagen opdronken, vonden we terug langs de highway. Steeds meer wijngaarden vullen de flanken, slechts hier en daar onderbroken door wat schapen of bruine koeien. Zonder aanwijzing ruimen de wijnvelden op hun beurt plaats voor groene dennenheuvels en tenslotte de zee. De volgende 100 kilometer volgt de weg elke kronkel van de kust. We stopten om een teen in het water te steken, maar daar bleef het bij.
De wijngaarden rond Blenheim

Oostelijke kustlijn

De thermometer van dienst
De aktiviteit die we die dag gepland hadden, was walvisspotten vanuit Kaikoura. Samen met de tickets werd de plaatselijke touristil verkocht. We namen geen risico, want er stond kans op zeeziekte aangegeven voor die dag. In Kaikoura heb je heel het jaar door walvissen, omdat een warme en koude stroming samenkomen en hierdoor veel voedsel voorradig is. Daarbij ligt het diepe water tot kort voor de kust en moet niet ver uitgevaren worden. Zolang de boot op volle snelheid zeeinwaarts voer, werkte het pilletje prima. Om walvissen te spotten werd de motor stilgelegd en moesten we op uitkijk staan op die op- en neerdeinende boot. Het begon met geeuwen, slikken, een weeë maag en dan kon elke vis me gestolen worden en was het enige waarop ik me focuste het binnenhouden van de lunch. Omdat die rotbeesten geen zin hadden in de middagvertoning, moesten we ons nog twee keer verplaatsen eer we een gewillig exemplaar gevonden hadden. De walvis die we dan toch konden spotten, was zo’n twintig meter lang, niets anders dan een grijs eilandje in het water met een vin om hem te herkennen en elke 16 tellen een fonteintje wanneer hij zijn spuitgat openzette. De opvoering eindigde toen hij de dieperik ingleed waarbij we een wuif kregen van zijn enige sierlijke lichaamsdeel: de staart. Ik vond de blik op 1 staart wel povertjes in verhouding tot anderhalf uur misselijk zijn. De balans werd rechtgetrokken toen we op terugweg een grote groep dolfijnen tegenkwamen. Die dartele dieren hadden wel zin in een show. Ze doken en sprongen rond de boot, wel meer dan honderd.
Middagvertoning van Willy
Show Flipper
De wijngaarden rond Blenheim

Oostelijke kustlijn

De thermometer van dienst
De aktiviteit die we die dag gepland hadden, was walvisspotten vanuit Kaikoura. Samen met de tickets werd de plaatselijke touristil verkocht. We namen geen risico, want er stond kans op zeeziekte aangegeven voor die dag. In Kaikoura heb je heel het jaar door walvissen, omdat een warme en koude stroming samenkomen en hierdoor veel voedsel voorradig is. Daarbij ligt het diepe water tot kort voor de kust en moet niet ver uitgevaren worden. Zolang de boot op volle snelheid zeeinwaarts voer, werkte het pilletje prima. Om walvissen te spotten werd de motor stilgelegd en moesten we op uitkijk staan op die op- en neerdeinende boot. Het begon met geeuwen, slikken, een weeë maag en dan kon elke vis me gestolen worden en was het enige waarop ik me focuste het binnenhouden van de lunch. Omdat die rotbeesten geen zin hadden in de middagvertoning, moesten we ons nog twee keer verplaatsen eer we een gewillig exemplaar gevonden hadden. De walvis die we dan toch konden spotten, was zo’n twintig meter lang, niets anders dan een grijs eilandje in het water met een vin om hem te herkennen en elke 16 tellen een fonteintje wanneer hij zijn spuitgat openzette. De opvoering eindigde toen hij de dieperik ingleed waarbij we een wuif kregen van zijn enige sierlijke lichaamsdeel: de staart. Ik vond de blik op 1 staart wel povertjes in verhouding tot anderhalf uur misselijk zijn. De balans werd rechtgetrokken toen we op terugweg een grote groep dolfijnen tegenkwamen. Die dartele dieren hadden wel zin in een show. Ze doken en sprongen rond de boot, wel meer dan honderd.
Middagvertoning van Willy
Show Flipper






















































