Sunday, May 25, 2008

Zondag 25 mei

Zaterdag spoorden we nog maar eens over het gekende traject richting Shanghai. We hadden voor sluiting net voldoende tijd voor een blitsbezoek aan het Museum of Technology and Science, dat ons deed terugdenken aan het Evoluon in Eindhoven van onze kindertijd: een eenvoudige voorstelling van mens, leefmilieu en gebruikte technologiën op een erg toegankelijke wijze met proeven en spelletjes gepresenteerd.


Shanghai Museum of Technology and Science

’s Avonds vonden we aan de Pudong-kant van de Huangpu river een gezellig tapas restaurant met uitzicht op de Bund.

De volgende morgen kozen we voor taxivervoer naar de luchthaven. Erg ontspannend was de rit niet. De chauffeur was doodop van de nachtshift en had alle moeite zijn ogen open te houden. Op 38 km van de eindbestemming wist hij niet meer hoe zitten van ellende en moest hij bij elk manoeuvre een tijdlang focussen eer hij het midden tussen de lijnen bepaald kreeg. Ik had tegen Greta, ons volgend bezoek, gezegd dat ze er op kon rekenen dat we aan de uitgang zouden staan. Daarbij had ik geen rekening gehouden met een zwalpende, knikkebollende bestuurder! Ze was dan ook al gearriveerd toen wij er aankwamen. Het was laden en lossen, want Jan moest de vlieger in naar HongKong.
Een rondleiding door Shanghai is intussen routine geworden. Met wat doorwerken krijg ik er op twee dagen de hoogtepunten aan elkaar geregen.


De tweede stad op het programma was Hangzhou, een treinrit van 75 minuten van Shanghai verwijderd. Ik had gereserveerd in een jeugdherberg die goed gelegen was, vlakbij het meer. Aan de andere bewoners konden we constateren dat de jeugd bij ons misschien toch al gepasseerd was. Hoewel, wie ons tempo wou volgen moet over een goede fysiek beschikken!


In de jeugdherberg te Hangzhou

De stad telt 6 miljoen inwoners en het is er hetzelfde circus van files en getoeter als in de andere steden. Om een taxi te pakken te krijgen aan het station moesten we maar eventjes 45 minuten in het rijtje staan. Hangzhou is een geliefde vakantiebestemming van de Chinezen. We konden ze alleen maar gelijk geven. Aan de rand van het West Lake gekomen, kon er geen enkele promenade aan de rivièra tegenop! De hele omtrek van het meer is afgeboord met terrassen en parken, goed voor meer dan 3 uur wandelen.


West Lake te Hangzhou


De avond valt over West Lake

Greta had de ‘musts van Hangzhou’ uit de verschillende reisboeken bijeengezocht. Het eerste doel was een klooster en pagode aan de andere kant van het meer. Je kan in alle modellen van boot rondvaarten maken op het meer. Na flink afbieden hebben we onze gondelier duidelijk gemaakt dat we een overzet wensten ipv van een rondvaart. Zo konden we rustig genieten van de verschillende landmarks, ons oriënteren voor het vervolg van de planning en waren we meteen zonder warme voeten op de plaats waar we moesten zijn.
Het was een steile klim naar het Boeddhistische klooster op de heuvel. Vanaf het meer onzichtbaar verscholen achter het dichte subtropische groen, was het een idyllische plaats om rustig te genieten van het uitzicht. De weg naar de pagode was niet aangeduid en ons gevoel hielp ons naar de verkeerde kant. Tegen de tijd dat we daar achter waren, hadden we een lange klim in de plakkende warmte achter de rug, besloten we eensgezind dat er nog vele pagodes zouden volgen en kozen voor een half uurtje rust op het terras van een theehuis aan de rand van het meer.


De pagode vonden we niet. Er moet tenslotte nog iets zijn voor de volgende keer...

Ik moest dringend aan cash geraken en daarvoor moesten we het centrum in. Eventjes een taxi nemen was er niet bij, want ze waren weer allemaal in gebruik. Dan maar te voet op weg gegaan. Aan de bushalte werden we aangesproken door een Japanse jongedame die onze hulp vroeg om terug aan haar hotel te geraken. Dat leek ons erg vreemd, vermits wij duidelijk de enige echte buitenlanders in de buurt waren! Bleek dat ze met haar Japans geen jota Chinees verstond en ook de karakters niet kon ontleden. Toen ik een document van haar hotel vroeg, was die voorzien van een Chinese hoofding. Hiermee konden we al terecht op de eerste bus. Deze kwam recht uit het museum. Houten deurtjes, houten binnenafwerking, lekker gammel en charmant. Naast de chauffeur reist er een ‘stewardess’ met witte handschoentjes mee die de reizigers op- en af helpt en constant rondroept wat de volgende halte zal zijn. Ze nam ons onder haar vleugels -we mochten niet verder dan de eerste rij- en wees ons onze bestemming aan. Drie RMB per vrouw gaf me recht op één RMB retour. Toen die niet kwam, besloot ik er geen probleem van te maken, vermits het goedkoper uitkwam dan een taxirit. Na betaling door de passagiers aan de volgende stop, gaf de chauffeur me mijn wisselgeld. Geen pasmunt voorhanden! Een gebrekkige taalkennis kan tot misverstanden leiden.
Woensdag hadden we een fietstocht gepland. Om de 500 meter is er wel een fietsenverhuur te vinden, weliswaar van een formaat dat bij ons voor kinderfiets doorgaat.


Bergtocht op kinderfietsjes

Na een ontbijt in de Starbucks –Greta is er vanaf nu een fan van- ging de route naar het museum van de Chinese geneeskunde in het oude centrum van de stad. De nog originele apotheek die eraan verbonden is, is nog steeds in gebruik en druk bezocht.


Apotheek voor Chinese geneeskunde

Vervolgens leidde de weg naar de Ling Yin tempel, één van de grootste tempels van China. Ook de site errond was de moeite waard. In de omringende kalkstenen rotsen zijn honderden beelden uitgehouwen, waaronder de liggende lachende Boeddha.


De liggende lachende Boeddha

Het boekje vermeldde dat het volgende stuk veeleisend was voor de gewrichten en onze longen zouden afzien. Daar was geen letter van gelogen. De slingerende weg tussen de theeplantages was vaak te steil voor onze dwergfietsen zonder versnellingen. Alleen de fiets voortduwen was al een beproeving vermits ze zo klein waren dat je dubbelgevouwen moest lopen en de pedalen onze benen bovendien met blauwe plekken sierden. Dat en het zweet namen we er met plezier bij want het uitzicht was onvergetelijk en de al even steile afdaling achteraf een welgekome beloning.


Fietsen tussen de theeplantages

Beneden gekomen besloten we er ook het laatste deel aan te breien: drie kilometer slingeren naar de pagode van de zes harmoniën aan de rand van de Qiantang rivier. De klim van 60 meter gaf een goed uitzicht over de brede rivier.


Pagode van de zes harmonieën

En dan was het hoog tijd dat we die rotfietsen kwijt geraakten. De normale weg was terug de heuvels door, maar dat zou ons gekneusde achterste nooit toegelaten hebben. Met een klein ommetje langs de rivier vonden we onze weg door het drukke stadsverkeer en konden een half uur later in cowboystijl op zoek naar eten. Op de Starbucks na hadden we ons strikt aan Chinees eten gehouden. In Shanghai had ik er schildpad tussen gezet: eetbaar maar niet whow. Ik probeerde telkens nieuwe smaken en variaties uit de menukaarten terug te vinden, die onveranderlijk door Greta als heel lekker of lekker bestempeld werden. Enkel bij het dessert van die avond was het een ‘never again’. Ik had cake en een fruittaartje besteld. De cake bleek een zout bladerdeegje met gehaktvulling: lekker maar niet ons idee van afsluiter. Het vruchtentaartje was een pasta van durian...de stinkende vrucht die ik een jaar geleden uit nieuwsgierigheid gekocht had en wegens te veel stank had weggezwierd. De smaak kwam 100% overeen met de geur en we omdat onze maag het iedere keer terugstuurde, hadden we er de hele avond plezier van.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Web Site Counter
Free Counter