Maandag 17 maart
De week was niet goed begonnen. De afloop in de keuken liet het nog steeds afweten. Ze hebben hem intussen wel zo verbeterd dat het water in de bak blijft staan ipv in de kastjes te stromen. Enkele metalen balken van de luifels op de terrassen waren verroest. Daar kwam twee man voor langs, gewapend met een houten laddertje, een blik ontvetter, een kommetje verf en twee borstels. De ene was om de ontvetter erop te smeren, de andere om de verf te kladden. Een driejarige bereikt een beter niveau dan wat ik gepresenteerd kreeg. Toen ze vroegen of ik het goed vond, heb ik uitdrukkelijk neen gezegd, maar dat veranderde niets aan het resultaat. Ik had ze kranten gegeven tegen het druppen, maar alles hing toch vol, de ramen die ik had proper gemaakt incluis. Toen ze op weg naar boven met hun ladder een stuk verf van de zoldering stootten, was de maat vol. Terwijl ze rustig een uur hun sigaretje aan ’t roken waren onder hun kunstwerk na de vermoeiende 30 minuten werk, was mijn Chinese beker even vol en heb ik Helen een razende boodschap laten doorbellen naar het compound.
Ook mijn ritje naar de stad voor de landelijke registratie van ons huis was geen succes. Het begon te goed: direct het gebouw gevonden, na wat rondrijden een –onwettig- plaatsje voor de auto versierd en nog voor lunchtijd binnen. Daar bleek dat bewoners van het Jiang Ningdistrict de uitzondering op de regel zijn. Die moeten alle inschrijvingen in Jiang Ning zelf laten doen. Als troost voor de vergeefse rit, ben ik gestopt bij de westerse bakker en heb me er eens goed laten gaan: twee soorten brood, ciabatta, croissants en een vettig kokos-karamelgebakje voor mijn echtgenoot.
Daarna ging alles beter. Op het registratiekantoor in Jiang Ning kwam ik na een korte omzwerving langs de elfde en dertiende verdieping bij de chef terecht. Hij troonde me mee naar de vierde etage, vulde zelf mijn aanvraag in en zocht de benodigde documenten uit de stapel die ik voor alle zekerheid mee had. De enige Engelssprekende van het gebouw werd erbij gehaald, met honderd verontschuldigingen van zijn kant over zijn geringe woordenschat en honderdenéén overtuigingen van mij om dit te weerleggen. Hij verzekerde me dat heel de procedure tien minuutjes zou duren... dan weet ik al dat er problemen komen! De chef kwam terug en meldde dat er vijf documenten ontbraken en de tolk zei me dat hij niet kon vertalen welke. Dus primitief begonnen: of het papieren van het huis, de firma of mezelf waren. Dat was de goede aanpak. Het huis was in orde, maar van de firma mankeerden er drie, waaronder één met een grote stempel. Mijn uitleg dat het een Hong Kong firma is en dat die geen Chinese stempels hebben, volstond na wat denkwerk. Meer nog, dan waren de twee andere papieren ook niet meer nodig. De twee laatste hadden op mij betrekking: of ik wel mocht tekenen van mijn baas. Toen ik in de documenten kon aantonen dat ik de baas was (vakkundig Jans stuk terzijde gelaten), waren met ‘oh’ en ‘ah’ alle problemen van de baan. De chef verjoeg een medewerkster van de computer en tikte persoonlijk alle gegevens in, bijgestaan door acht ondergeschikten. Intussen was het bijna middag geworden en op etenstijd gaan alle instanties onverbiddelijk toe. Ik vroeg de tolk wanneer het zaakje sloot en kreeg als sympathiek antwoord dat het voor mij altijd open bleef! Bleek dat ik de eerste vreemdeling was die een officiële landregistratie kreeg in het kantoor van Jiang Ning.
In de Suguo, de dichtstbijzijnde supermarkt, was ik ’s avonds ook weer een bezienswaardigheid. Aan de kassa had ik een horde supporters rond mijn karretje staan die nauwgezet opvolgden en bespraken wat ik gekocht had. Ze zullen het hunne wel gedacht hebben over het aantal bierblikjes. Donderdagavond kwamen Jans medewerksters van de boekhouding, Tom de chauffeur en de computerdeskundige Ma op ‘Belgische avond’. In plaats van iedereen samen te vragen als inwijding van het huis, heb ik besloten ze in kleine groepjes kennis te laten maken met onze manier van eten. Deze eerste keer was alvast een groot succes. Voeten vegen en schoenen aanhouden was de eerste instructie. Toen ik hun jassen vroeg, waren ze eerst niet van plan die af te geven. Ik zei dat in België niemand met een jas aan eet en dat ze maar moesten zeggen als het koud was. En van grondige huisbekijkers gesproken! Na even timide rondgekeken te hebben, begon een vloed van Chinees commentaar en werd op de duur geen enkel kastje een inspectiebeurt bespaard. Taco’s in dipsaus en chips gingen er bij de aperitief vlot in. Ik wees de dames intussen hoe het eten klaargemaakt werd. Kippengroentensoep was op veilig gespeeld. Daarvan wist ik dat ze het gemakkelijk naar binnen zouden lepelen. Varkenshaasje, gekookte aardappelen, gevulde tomaten, bloemkool in béchamelsaus en spruitjes vormden het hoofdgerecht. Dat laatste hadden ze nog nooit gezien. Ze vonden de spruiten mooi maar konden de smaak niet echt appreciëren. Het algemeen oordeel was lekker, maar zonder veel smaak. Pas wanneer Jans pili-pilipotje op tafel kwam, schoof het eten vlot naar binnen, ondanks mijn protest dat alles dan hetzelfde smaakte. Maar de chocolademousse en -room brachten hen in vervoering! We hebben alle stijlen van mes- en vorkgebruik gezien en vooral een gezellige avond samen doorgebracht.
Jan met zijn medewerkers aan een Vlaamse maaltijd
Zaterdag hadden we golfles van een Koreaanse lesgever op Zongshan, vermits onze Française met haar school naar Shanghai verhuisd is. Een nieuwe lesgever is altijd een ramp: niets is goed en alles moet veranderen. Hopelijk levert het na een tijdje meer resultaat op dan de huidige stijve rug en zere elleboog.
’s Avonds waren we uitgenodigd op het huwelijk van Gao van de productie. Het feest ging door in Tong Shan, zo’n drie kwartier rijden in oostelijke richting. In een grote zaal zat 250 man aan ronde tafels klaar om het bruidspaar met handgeklap en met de nodige geluid- en lichteffecten tot aan het podium te begeleiden.
Veel licht- en geluidseffecten, veel spelletjes
Een animatrice leidde de ‘show’. Het paar moest elkaar op een ludieke manier vertellen hoe graag ze elkaar zagen en spelletjes uitvoeren. De ouders werden erbij geroepen en de schoonouders moesten beoordelen of het nieuwe schoonkind op de juiste toon ‘mama’ en ‘papa’ uitsprak. Pas wanneer een vertegenwoordiger van de officiële instantie zijn brulspeech had gehouden, kwam het eten op tafel. Daarvoor was iedereen gekomen. De bruid zelf heeft niet veel van haar feest gezien. Na de verwelkoming in haar witte japon, verdween ze voor een omkleedbeurt. Halverwege de maaltijd kwam ze weer tevoorschijn, ditmaal in een puur rood Chinees jurkje en met een ander kapsel. Op sommige bruiloften wordt er nog een derde keer gewisseld. Allemaal een vertoon van rijkdom. Amper twee uur na de start begon de leegloop en om acht uur waren wij de laatsten die vergeefs wachtten tot de dansavond zou beginnen.
Samen met het verse koppel en met Harrie en zijn vrouw Grace
In het vooruitzicht van lui op het terras te kunnen liggen, ben ik begonnen met de waterpartij en de fonteintjes in orde te brengen. De aflopen zaten volledig verstopt en alle keien en groene drets en slobber moesten er manueel uitgehaald worden. Wat er daar tussenzat, was voldoende bouwmateriaal om een half huis mee recht te zetten.
Mooi uitgedost in de weer met groene slobber en bouwafval
Na veel kuiswerk en gepuzzel hebben we gevonden hoe het systeem in elkaar zit en alle verbindingen en aflopen open gekregen. Er borrelde zowaar helder water uit de spuitertjes! De berg stenen moet er nog wel terug in.
Ik begin me stilaan af te vragen of dat rothuis ooit in orde zal zijn. Nadat voor de zoveelste keer de electriciteit afsprong en ze het oplosten met een defecte zekering af te zetten, voelde het aan als terug naar af! Maar even later staat het mannetje met de pet breedlachend voor me, de loodgieter is onder de wasbak bezig –hoewel ik al honderd keer gezegd heb dat het probleem veel lager zit-, de klusjesman is de randplaten van de fontein opnieuw aan ’t bevestigen, boven zijn ze de laatste twee sloten aan het in orde brengen en de aannemer staat te kijken naar vochtplekken in de muur. Vanmorgen was ‘de ingenieur’ eindelijk de defectenlijst komen doornemen. Ik vroeg hem dag en uur van de herstellingen op te geven omdat ik niet van plan was heel de week thuis te zitten. Mijn morgen was al om zeep. Donderdag en vrijdag. Dat was in orde voor mij. Ik maakte me klaar om naar buiten te gaan en daar stonden ze al. Rare donderdag, zo’n maandag! En als ze dan buiten zijn, is het te laat om de geplande toer te beginnen. Eerst was ik nijdig en ging zitten bokken boven mijn stapel keien, maar de tegelzetter vraagt dan zo lief of ik zijn werk goed vind, dat ik niet anders kan dan met ‘hen hao’ mijn goedkeuring geven en de spleten die hij vergeten is op te vullen maar op mijn eigen lijstje toevoeg.
Aanschuiven voor de car wash
Overal lands de Chinese wegen komt men mijn kleine broertje tegen...
Ook mijn ritje naar de stad voor de landelijke registratie van ons huis was geen succes. Het begon te goed: direct het gebouw gevonden, na wat rondrijden een –onwettig- plaatsje voor de auto versierd en nog voor lunchtijd binnen. Daar bleek dat bewoners van het Jiang Ningdistrict de uitzondering op de regel zijn. Die moeten alle inschrijvingen in Jiang Ning zelf laten doen. Als troost voor de vergeefse rit, ben ik gestopt bij de westerse bakker en heb me er eens goed laten gaan: twee soorten brood, ciabatta, croissants en een vettig kokos-karamelgebakje voor mijn echtgenoot.
Daarna ging alles beter. Op het registratiekantoor in Jiang Ning kwam ik na een korte omzwerving langs de elfde en dertiende verdieping bij de chef terecht. Hij troonde me mee naar de vierde etage, vulde zelf mijn aanvraag in en zocht de benodigde documenten uit de stapel die ik voor alle zekerheid mee had. De enige Engelssprekende van het gebouw werd erbij gehaald, met honderd verontschuldigingen van zijn kant over zijn geringe woordenschat en honderdenéén overtuigingen van mij om dit te weerleggen. Hij verzekerde me dat heel de procedure tien minuutjes zou duren... dan weet ik al dat er problemen komen! De chef kwam terug en meldde dat er vijf documenten ontbraken en de tolk zei me dat hij niet kon vertalen welke. Dus primitief begonnen: of het papieren van het huis, de firma of mezelf waren. Dat was de goede aanpak. Het huis was in orde, maar van de firma mankeerden er drie, waaronder één met een grote stempel. Mijn uitleg dat het een Hong Kong firma is en dat die geen Chinese stempels hebben, volstond na wat denkwerk. Meer nog, dan waren de twee andere papieren ook niet meer nodig. De twee laatste hadden op mij betrekking: of ik wel mocht tekenen van mijn baas. Toen ik in de documenten kon aantonen dat ik de baas was (vakkundig Jans stuk terzijde gelaten), waren met ‘oh’ en ‘ah’ alle problemen van de baan. De chef verjoeg een medewerkster van de computer en tikte persoonlijk alle gegevens in, bijgestaan door acht ondergeschikten. Intussen was het bijna middag geworden en op etenstijd gaan alle instanties onverbiddelijk toe. Ik vroeg de tolk wanneer het zaakje sloot en kreeg als sympathiek antwoord dat het voor mij altijd open bleef! Bleek dat ik de eerste vreemdeling was die een officiële landregistratie kreeg in het kantoor van Jiang Ning.
In de Suguo, de dichtstbijzijnde supermarkt, was ik ’s avonds ook weer een bezienswaardigheid. Aan de kassa had ik een horde supporters rond mijn karretje staan die nauwgezet opvolgden en bespraken wat ik gekocht had. Ze zullen het hunne wel gedacht hebben over het aantal bierblikjes. Donderdagavond kwamen Jans medewerksters van de boekhouding, Tom de chauffeur en de computerdeskundige Ma op ‘Belgische avond’. In plaats van iedereen samen te vragen als inwijding van het huis, heb ik besloten ze in kleine groepjes kennis te laten maken met onze manier van eten. Deze eerste keer was alvast een groot succes. Voeten vegen en schoenen aanhouden was de eerste instructie. Toen ik hun jassen vroeg, waren ze eerst niet van plan die af te geven. Ik zei dat in België niemand met een jas aan eet en dat ze maar moesten zeggen als het koud was. En van grondige huisbekijkers gesproken! Na even timide rondgekeken te hebben, begon een vloed van Chinees commentaar en werd op de duur geen enkel kastje een inspectiebeurt bespaard. Taco’s in dipsaus en chips gingen er bij de aperitief vlot in. Ik wees de dames intussen hoe het eten klaargemaakt werd. Kippengroentensoep was op veilig gespeeld. Daarvan wist ik dat ze het gemakkelijk naar binnen zouden lepelen. Varkenshaasje, gekookte aardappelen, gevulde tomaten, bloemkool in béchamelsaus en spruitjes vormden het hoofdgerecht. Dat laatste hadden ze nog nooit gezien. Ze vonden de spruiten mooi maar konden de smaak niet echt appreciëren. Het algemeen oordeel was lekker, maar zonder veel smaak. Pas wanneer Jans pili-pilipotje op tafel kwam, schoof het eten vlot naar binnen, ondanks mijn protest dat alles dan hetzelfde smaakte. Maar de chocolademousse en -room brachten hen in vervoering! We hebben alle stijlen van mes- en vorkgebruik gezien en vooral een gezellige avond samen doorgebracht.
Jan met zijn medewerkers aan een Vlaamse maaltijdZaterdag hadden we golfles van een Koreaanse lesgever op Zongshan, vermits onze Française met haar school naar Shanghai verhuisd is. Een nieuwe lesgever is altijd een ramp: niets is goed en alles moet veranderen. Hopelijk levert het na een tijdje meer resultaat op dan de huidige stijve rug en zere elleboog.
’s Avonds waren we uitgenodigd op het huwelijk van Gao van de productie. Het feest ging door in Tong Shan, zo’n drie kwartier rijden in oostelijke richting. In een grote zaal zat 250 man aan ronde tafels klaar om het bruidspaar met handgeklap en met de nodige geluid- en lichteffecten tot aan het podium te begeleiden.
Veel licht- en geluidseffecten, veel spelletjes Een animatrice leidde de ‘show’. Het paar moest elkaar op een ludieke manier vertellen hoe graag ze elkaar zagen en spelletjes uitvoeren. De ouders werden erbij geroepen en de schoonouders moesten beoordelen of het nieuwe schoonkind op de juiste toon ‘mama’ en ‘papa’ uitsprak. Pas wanneer een vertegenwoordiger van de officiële instantie zijn brulspeech had gehouden, kwam het eten op tafel. Daarvoor was iedereen gekomen. De bruid zelf heeft niet veel van haar feest gezien. Na de verwelkoming in haar witte japon, verdween ze voor een omkleedbeurt. Halverwege de maaltijd kwam ze weer tevoorschijn, ditmaal in een puur rood Chinees jurkje en met een ander kapsel. Op sommige bruiloften wordt er nog een derde keer gewisseld. Allemaal een vertoon van rijkdom. Amper twee uur na de start begon de leegloop en om acht uur waren wij de laatsten die vergeefs wachtten tot de dansavond zou beginnen.
Samen met het verse koppel en met Harrie en zijn vrouw GraceIn het vooruitzicht van lui op het terras te kunnen liggen, ben ik begonnen met de waterpartij en de fonteintjes in orde te brengen. De aflopen zaten volledig verstopt en alle keien en groene drets en slobber moesten er manueel uitgehaald worden. Wat er daar tussenzat, was voldoende bouwmateriaal om een half huis mee recht te zetten.
Mooi uitgedost in de weer met groene slobber en bouwafvalNa veel kuiswerk en gepuzzel hebben we gevonden hoe het systeem in elkaar zit en alle verbindingen en aflopen open gekregen. Er borrelde zowaar helder water uit de spuitertjes! De berg stenen moet er nog wel terug in.
Ik begin me stilaan af te vragen of dat rothuis ooit in orde zal zijn. Nadat voor de zoveelste keer de electriciteit afsprong en ze het oplosten met een defecte zekering af te zetten, voelde het aan als terug naar af! Maar even later staat het mannetje met de pet breedlachend voor me, de loodgieter is onder de wasbak bezig –hoewel ik al honderd keer gezegd heb dat het probleem veel lager zit-, de klusjesman is de randplaten van de fontein opnieuw aan ’t bevestigen, boven zijn ze de laatste twee sloten aan het in orde brengen en de aannemer staat te kijken naar vochtplekken in de muur. Vanmorgen was ‘de ingenieur’ eindelijk de defectenlijst komen doornemen. Ik vroeg hem dag en uur van de herstellingen op te geven omdat ik niet van plan was heel de week thuis te zitten. Mijn morgen was al om zeep. Donderdag en vrijdag. Dat was in orde voor mij. Ik maakte me klaar om naar buiten te gaan en daar stonden ze al. Rare donderdag, zo’n maandag! En als ze dan buiten zijn, is het te laat om de geplande toer te beginnen. Eerst was ik nijdig en ging zitten bokken boven mijn stapel keien, maar de tegelzetter vraagt dan zo lief of ik zijn werk goed vind, dat ik niet anders kan dan met ‘hen hao’ mijn goedkeuring geven en de spleten die hij vergeten is op te vullen maar op mijn eigen lijstje toevoeg.
Aanschuiven voor de car wash
Overal lands de Chinese wegen komt men mijn kleine broertje tegen...


0 Comments:
Post a Comment
<< Home