Zaterdag 31 mei
Niets dan lof voor de organisatie en signalisatie in het busstation van Hangzhou! Je busnummer staat geafficheerd boven de exit. Tien minuten voor vertrek gaat het hek open en wordt het ticket digitaal ingelezen. Geen geduw of gewring want het zijn genummerde plaatsen.
Het station van Hangzhou
In Suzhou was ik erg benieuwd naar ons logement in het architecturaal centrum. Kwinten en zijn jaargenoten hadden het op hun reis in september als een absolute aanrader doorgegeven. Helen, Jans assistente, had onze kamer telefonisch vastgelegd want veel Engels kwam er niet aan te pas. Het lag in het meest pittoreske straatje van de stad, eerder een steeg, autovrij, langs een smal kanaaltje. Toen we er arriveerden, waren de deuren en ramen potdicht. In het winkeltje ernaast konden ze niet meer vertellen dan dat het er vaak gesloten was. Aan de andere kant lag een jeugdherberg. De receptionist was zo vriendelijk het contactnummer dat ik gekregen had op te bellen. Geen antwoord. De hostel was prachtig gerestaureerd en er was nog een tweepersoonskamer met sanitair vrij. Die hebben we dan maar direct vastgelegd zodat we aan de verkenning konden beginnen.
Hostel in Suzhou
Ping Jiang Lu te Suzhou (straat van de hostel)
Een broodje smos waar we zin in hadden was natuurlijk nergens te krijgen en de Starbucks was er ook nog niet neergestreken, dus werd het hotpot om onze honger te stillen. Een pot met twee soorten bouillon en vlees, groenten en noedels om erin te laten garen. De pikante soep verbrandde onze keel en van de schep in de pot te laten kregen we brandblaren, maar voor de rest was het lekker. De tuin van de humble administrator werd aangeraden door Johan en de reisgids en was effectief de moeite waard. Elk deel is uitgewerkt volgens een verschillend concept, maar of het nu gecultiveerd of wild, speels, romantisch of strakker was, steeds straalde er een grote rust van uit.
Humble administrator
Tuin van de Humble Administrator te Suzhou
Voor de tuin van de visnetten, ons tweede programmapunt, moesten we de stad van zuid naar noord doorkruisen. Hangzhou indachtig, maakten we er een combinatie van met actiepunt drie: een boottocht op de kanaaltjes. Bij de botenverhuur is ronselen en roeien een vrouwentaak. Het vermoeiende geld inkasseren is voor de mannen voorbehouden. We slaagden erin tegen een zacht prijsje een alternatieve one-way te versieren. Onze gondelierster gleed ons weg van de andere toeristen langs rustige kanaaltjes met idyllische uitzichten. We konden binnengluren in de huisjes en het dagdaagse huisleven volgen. Zo kwamen we ook in de straat van onze hostel terecht waar we konden constateren dat het architecturaal centrum zijn deuren geopend had... Als toemaatje vergastte onze lieve gondelierster ons op authentiek Chinees gezang waarbij een buurtbewoonster spontaan de tweede stem op zich nam.
Aan een sas gekomen moesten we ons bootje terugwuiven en zworven we kriskras door de straatjes in de richting van de visnettentuin. Achter een kleine tempel hoorden we gezang. Onze nieuwsgierige neus volgend kwamen we bij de plaatselijke parochiale bond van de gepensioneerden terecht. Het zaaltje was gevuld met een centrale tafel met offergaven waarrond monniken zaten. De twee vleugels achter hen waren gevuld met ouderen en samen zongen ze religieuze teksten. Het zag er rustig en gezellig uit. Verder in de straat, in een tuintje rond twee kleine pagodes, stonden de stijlverschillen tussen de ming- en qingdynastie geillustreerd en kregen we een lesje in het modelleren van bonzaiboompjes.
Bonzai verzorging
Het seizoen van de rivierkreeftjes. De kuis ervan is een bloedige affaire: kop, zenuwkanaal en kleine pootjes gaan eraf. De rest wriemelt nog in de emmer.
Aan de ingang van een verzorgd voortuintje hing een affiche die niet te ontcijferen was. We hadden dorst en gluurden voorzichtig naarbinnen. Onmiddellijk werden we vriendelijk binnengevraagd. Het was een muziek- en schilderacademie. We kregen er gratis thee begeleid door guzhengspel.
Zo hadden we het gevoel dat we al heel veel gezien en geleerd hadden tegen de tijd dat we bij de tweede tuin aankwamen. Een totaal andere tuin. Veel compacter en meer steen dan wij bij het begrip ‘tuin’ zouden denken, maar ook de moeite waard.
In de tuin van de visnetten te Suzhou
Aan de ingang stonden souvenierstalletjes met betere inhoud dan gebruikelijk. Greta wou de lege plaatsjes in haar bagage opvullen. Ze is voor afdingen echt niet in de wieg gelegd, want zelfs een woekerprijs wou ze met de glimlach betalen ervan overtuigd dat het een koopje was! Gelukkig verstonden de plaatselijke verkopers niet dat ze gerust voor één polo wou uitgeven wat ik nog te veel vond voor twee... Enthousiast over de activiteiten van de dag en over de aankopen, stoffig en bezweet kwamen we bij de hostel aan. Het mindere puntje aan logeren voor een vierde van de prijs van bij de gebuur was dat we voor warm water nog een uurtje geduld moesten hebben. Vermits we dat niet hadden, klonk even later twee keer luid gekrijs toen we ons haar onder de koude straal stonden te wassen. We vonden dat we toch een uitleg verschuldigd waren in het architecturaal centrum. Ze verwachtten ons echter helemaal niet en keken alsof ze het in Keulen hoorden donderen. We kregen wel een rondleiding door het modern gerestaureerde oude pand. Hongerig en moegelopen doken we het eerste het beste restaurant binnen. Eentje met een puur Chinese kaart en vettige tafels, maar de schat van een bediener zette mijn vraag naar rundsvlees, kippensoep en groenten om in krokant gebakken beaf, bouillon met kippenstukjes en noedels en groene groenten met look: lekker en....alles samen voor 4 euro. Na die zware uitgave vonden we dat er een voetmassage af kon. In Shanghai hadden we onze voeten al eens laten kneden. Ook hier liepen we een stuk lichter bij het buitenkomen.
Het station van Hangzhou
In Suzhou was ik erg benieuwd naar ons logement in het architecturaal centrum. Kwinten en zijn jaargenoten hadden het op hun reis in september als een absolute aanrader doorgegeven. Helen, Jans assistente, had onze kamer telefonisch vastgelegd want veel Engels kwam er niet aan te pas. Het lag in het meest pittoreske straatje van de stad, eerder een steeg, autovrij, langs een smal kanaaltje. Toen we er arriveerden, waren de deuren en ramen potdicht. In het winkeltje ernaast konden ze niet meer vertellen dan dat het er vaak gesloten was. Aan de andere kant lag een jeugdherberg. De receptionist was zo vriendelijk het contactnummer dat ik gekregen had op te bellen. Geen antwoord. De hostel was prachtig gerestaureerd en er was nog een tweepersoonskamer met sanitair vrij. Die hebben we dan maar direct vastgelegd zodat we aan de verkenning konden beginnen.
Hostel in Suzhou
Ping Jiang Lu te Suzhou (straat van de hostel)
Een broodje smos waar we zin in hadden was natuurlijk nergens te krijgen en de Starbucks was er ook nog niet neergestreken, dus werd het hotpot om onze honger te stillen. Een pot met twee soorten bouillon en vlees, groenten en noedels om erin te laten garen. De pikante soep verbrandde onze keel en van de schep in de pot te laten kregen we brandblaren, maar voor de rest was het lekker. De tuin van de humble administrator werd aangeraden door Johan en de reisgids en was effectief de moeite waard. Elk deel is uitgewerkt volgens een verschillend concept, maar of het nu gecultiveerd of wild, speels, romantisch of strakker was, steeds straalde er een grote rust van uit.
Humble administrator
Tuin van de Humble Administrator te Suzhou Voor de tuin van de visnetten, ons tweede programmapunt, moesten we de stad van zuid naar noord doorkruisen. Hangzhou indachtig, maakten we er een combinatie van met actiepunt drie: een boottocht op de kanaaltjes. Bij de botenverhuur is ronselen en roeien een vrouwentaak. Het vermoeiende geld inkasseren is voor de mannen voorbehouden. We slaagden erin tegen een zacht prijsje een alternatieve one-way te versieren. Onze gondelierster gleed ons weg van de andere toeristen langs rustige kanaaltjes met idyllische uitzichten. We konden binnengluren in de huisjes en het dagdaagse huisleven volgen. Zo kwamen we ook in de straat van onze hostel terecht waar we konden constateren dat het architecturaal centrum zijn deuren geopend had... Als toemaatje vergastte onze lieve gondelierster ons op authentiek Chinees gezang waarbij een buurtbewoonster spontaan de tweede stem op zich nam.
Aan een sas gekomen moesten we ons bootje terugwuiven en zworven we kriskras door de straatjes in de richting van de visnettentuin. Achter een kleine tempel hoorden we gezang. Onze nieuwsgierige neus volgend kwamen we bij de plaatselijke parochiale bond van de gepensioneerden terecht. Het zaaltje was gevuld met een centrale tafel met offergaven waarrond monniken zaten. De twee vleugels achter hen waren gevuld met ouderen en samen zongen ze religieuze teksten. Het zag er rustig en gezellig uit. Verder in de straat, in een tuintje rond twee kleine pagodes, stonden de stijlverschillen tussen de ming- en qingdynastie geillustreerd en kregen we een lesje in het modelleren van bonzaiboompjes.
Bonzai verzorging
Het seizoen van de rivierkreeftjes. De kuis ervan is een bloedige affaire: kop, zenuwkanaal en kleine pootjes gaan eraf. De rest wriemelt nog in de emmer.
Aan de ingang van een verzorgd voortuintje hing een affiche die niet te ontcijferen was. We hadden dorst en gluurden voorzichtig naarbinnen. Onmiddellijk werden we vriendelijk binnengevraagd. Het was een muziek- en schilderacademie. We kregen er gratis thee begeleid door guzhengspel.
Zo hadden we het gevoel dat we al heel veel gezien en geleerd hadden tegen de tijd dat we bij de tweede tuin aankwamen. Een totaal andere tuin. Veel compacter en meer steen dan wij bij het begrip ‘tuin’ zouden denken, maar ook de moeite waard.
In de tuin van de visnetten te Suzhou
Aan de ingang stonden souvenierstalletjes met betere inhoud dan gebruikelijk. Greta wou de lege plaatsjes in haar bagage opvullen. Ze is voor afdingen echt niet in de wieg gelegd, want zelfs een woekerprijs wou ze met de glimlach betalen ervan overtuigd dat het een koopje was! Gelukkig verstonden de plaatselijke verkopers niet dat ze gerust voor één polo wou uitgeven wat ik nog te veel vond voor twee... Enthousiast over de activiteiten van de dag en over de aankopen, stoffig en bezweet kwamen we bij de hostel aan. Het mindere puntje aan logeren voor een vierde van de prijs van bij de gebuur was dat we voor warm water nog een uurtje geduld moesten hebben. Vermits we dat niet hadden, klonk even later twee keer luid gekrijs toen we ons haar onder de koude straal stonden te wassen. We vonden dat we toch een uitleg verschuldigd waren in het architecturaal centrum. Ze verwachtten ons echter helemaal niet en keken alsof ze het in Keulen hoorden donderen. We kregen wel een rondleiding door het modern gerestaureerde oude pand. Hongerig en moegelopen doken we het eerste het beste restaurant binnen. Eentje met een puur Chinese kaart en vettige tafels, maar de schat van een bediener zette mijn vraag naar rundsvlees, kippensoep en groenten om in krokant gebakken beaf, bouillon met kippenstukjes en noedels en groene groenten met look: lekker en....alles samen voor 4 euro. Na die zware uitgave vonden we dat er een voetmassage af kon. In Shanghai hadden we onze voeten al eens laten kneden. Ook hier liepen we een stuk lichter bij het buitenkomen.


0 Comments:
Post a Comment
<< Home