Wednesday, February 04, 2009

Woensdag 4 februari 2009

’s Avonds besloten we ons bezoek met teppanyaki, samen met Ally en dochter Hulien. Zondag lag een lange rit te wachten: over de Alpen van oost naar west en vervolgens zo hoog mogelijk naar het noorden. De valleien waar we doorslingerden hebben een roestkleurige lage en stugge begroeiïng met tussenin alle ingrediënten van een bont boeket. Op de eerste halteplaats, Castle Hill, bewonderden we de indrukwekkende rotsformaties.


De rotsen hebben speciale vormen, als ware ze door de mens gehouwen


Krachtpatser aan het werk


Op weg naar de Alpen

Steeds dichter naderden we de hoge, kale, donkergrijze bergen. Zoals te verwachten was, hingen de wolken weer erg laag en reden we de ganse doorsteek in miezerregen en wind. We probeerden de benen te strekken op Dobson Nature Walk, een educatief wandelpad van een half uur tussen alpine en subalpine flora, wat goed was voor een stapel natte kleren en een dip in de appreciatie van het land. Op weg van Greymouth naar Westport, liggen de Pancake Rocks en Blowholes van Punakaiki. Deze steenformaties zijn ontstaan door het uitslijten van de zachtere lagen mudstone van tussen de limestone in. Tijdens hoogtij beuken de golven op de rotsen en spuit het schuim tussen de gaten en spleten omhoog.


Blowholes


Pancake Rocks

Het landschap aan dit deel van de westkust ziet er weer helemaal anders uit: subtropische vegetatie. De heuvels zijn dichtbegroeid met uitstekende palmkruinen. Langs de wegen overheersen oranje bloemen. We trokken voort, van bergpas naar vallei, naar bergpas door vallei. De zon was intussen weer opgedoken. Hoe meer kilometers we aflegden, des te meer vrije tijd was er de volgende dag. Met 700 km op de dagteller en honderden bochten verder, arriveerden we in Motueka aan de noordkust van het zuidereiland.


Subtropische vegetatie


Oranje bloemen


Tussendoor de benen strekken op een hangbrug

Motueka ligt op vruchtbare grond. De regio is bezaaid met grote plantages. Achter hoge hagen om de vruchten af te schermen van de wind, groeien appels, peren, hop en kiwi’s. Van de andere kiwi’s, het kleine bruine kwakachtige diertje dat symbool is van Nieuw Zeeland, hebben we nog maar een enkele te zien gekregen en bijna platgereden. Dat brengt me nog eens bij het wegennet. De highway’s zijn nog het best te vergelijken met de route national in Frankrijk: een rijstrook in elke richting, zonder pechstrook. Verschil is dat er geen verkeerslichten staan. De bestuurders zijn zeer gedisciplineerd zodat er geen risico is van overstekend wild, tenzij op vier poten. Daarvan getuigen de talloze platgereden pelsjes op de rijweg. De tunnel hebben ze hier nog niet uitgevonden. De highway's gaan elke bergpas over, met als gevolg dat de weg geregeld versmalt zodat twee voertuigen elkaar amper kunnen passeren. Dat wordt wel op tijd aangegeven, zoals ook de aangeraden snelheid van elke bocht die minder dan de maximumsnelheid van 100 km/u vereist. Nog een rariteit is de besparing op brugbouw. Een keer op tien is de brug slechts een rijvak breed zodat er afwisselend overgereden moet worden.


Een highway is slechts 2 rijvakken breed


Bruggen zijn geregeld 1 rijvak breed. Deze is nog een luxueus exemplaar

We werden maandag wakker van een gekend geluid: het motorgeronk van sportvliegtuigen. De adrenaline schoot omhoog en we besloten de noord-westhoek, een ondoordringbaar natuurgebied, en de kustlijn vanuit de lucht te bekijken. Met onze vergunningen thuis in de vliegzak, zat zelf vliegen er niet in. Hugh –spreek uit Joe- is een oude rot die motorchecks overbodig vindt en de Cessna vers vanuit de hangar recht de bergen over joeg. We schoven met het dak net onder de grijze wolken over de dichtbegroeide bergen. Het is een ondoordringbaar gebied, de ene top na de andere, gescheiden door smalle ravijnen die breder uitlopen naar de zee toe. Elke varieteit van kust wordt daar tentoongesteld: steile witte rotsen met grillig uitgevreten holen, stranden van dikke keien, grint- of zand. Ligt in de ene baai bruin zand op de vloer, dan vindt je een paar honderd meter verder een goudgeel tapijt tegen het turkoisblauwe water. Hugh zette ons na een uurtje weer veilig op de grond.


De noordwesthoek is een aaneenschakeling van ondoordringbaar begroeide bergen


De kustlijn aan de westkant


Farewell Spit, het uiterste puntje en niet meer dan een zandbank, is een vogelreservaat waarover niet mag gevlogen worden. De kust ervoor is een zandaquarel.


Hugh zette ons veilig aan de grond

Op weg naar Nelson hielden we halt aan een inham van de Tasman Bay. Het water had er vanuit de lucht te aanlokkelijk uitgezien. De uithoek die we op goed geluk hadden uitgekozen, telde maar enkele badgasten...een nudistenstrand. Er was een zone in het water afgemaakt dmv boeien en een zware stalen kabel. We ondervonden dat die niet overbodig waren, want door het opkomende tij werden we meegevoerd. Het voelt vreemd aan op volle kracht te zwemmen en aan de oever te zien dat je achteruit schuift. Keer op keer valt op hoe milieubewust de Kiwi’s zijn. Nergens is achtergelaten afval te bespeuren. We slaagden er allebei in om in slaap te vallen en ondanks de zonnencreme een tweede keer te verbranden.


Op heenweg nog droog, maar na de siësta had de zee het hele gebied ingepalmd


Aan het begin van hoog tij


Een inham van de Tasman Bay


Zalig!

Twintig kilometer langs de kust rijdend, kwamen we door Richmond, een drukke landbouwzone, uit in Nelson. De stad profileert zich als kunst- en festivalcentrum. Na een lekkere pasta en een koffie om wakker te blijven, doken we weer de bergen in. Geen subtropische begroeiïng ditmaal, maar aangeplante bossen, zover je kon zien, met dennen in elke fase van vers gezet tot kaprijp. Van Havelock naar Picton rijdt je op de Queen Charlotta Drive. De 35 km lange bergpas staat aangeraden in de reisgids om zijn uitzichten. Je mag er maximum 50 km/uur rijden, maar 20 is een mooi gemiddelde. Vanop de vele stopplaatsen, heb je een zicht over een deel van de Malbourough sounds, een gebied van zeeuitlopers, inhammen en rotsen.


Nelson


Uitzicht langs de Queen Charlotta Drive

Daarmee eindigde onze kennismaking met het zuidereiland. Het deel met de meeste aanraders, de zuidpunt, kregen we niet in ons reisschema gepropt. Daarvoor moeten we een andere keer terugkomen. De bovenste helft is een aaneenschakeling van bergen en valleien, heel uiteenlopend van begroeiïng en kleur. Ook de geuren varieerden, maar de tijd om daarvan meer te kunnen genieten tijdens wandelingen, die hadden we niet.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Web Site Counter
Free Counter